LJ1 6.2 opdr 29 t/m 38 - LJ2 6.2

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

	Vak: Wiskunde Hoofdstuk: 6.2
1.	Lesopening
2.	Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.	Mini-check + arrangementen
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

LJ1: Pak je boek van Wiskunde en open deze op blz. 19.

LJ2: Open je boek van wiskunde op blz 59. Lees de theorie op blz 59 en 61 goed door. Maak daarna alvast opdracht 25 en 29.

Huiswerk controle

2. Lesdoel

Aan het einde van de les:

- kun je vermenigvuldigen met negatieve getallen

Leergebied overstijgende doelen:

Denkvermogen

- Realiseert een oplossing volgens plan.

- Formuleert criteria voor de oplossing. 

Mini-check + Arrangementen 

Verdiept --> 8 of hoger: Jessica.

Jij mag zelfstandig aan de slag. Je maakt de 6.2 opdracht 29 t/m 38 op blz 19 t/m 21.

De rest doet mee met de mini-check.

-3 x 3 =

-8 x 9 =

4 x -5 =

Wie maakt wat

Had je alle vragen goed, dan ga je zelfstandig aan de slag. Je maakt de 6.2 opdracht 29 t/m 38 op blz 19 t/m 21.

De rest doet mee met de instructie. 

5. Begeleid inoefenen

Had je geen of 1 vraag goed bij de mini-check -->

Maak samen met de leerkracht opdracht 30 en 31

6. Zelfstandig werken

Je maakt nu zelfstandig 6.2 opdracht 29 t/m 38 op blz 19 t/m 21

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na.

Daarna pak je een wiskundespel uit de kast

2. Lesdoel + leergebiedoverstijgend doel

Aan het einde van de les:

- kun je bepalen of een driehoek gelijkvormig is

- wat de overeenkomstige hoeken van een gelijkvormige driehoek zijn

- weet je hoe je de lengtes van de zijden van een gelijkvormige driehoek kunt berekenen

Leergebied overstijgende doelen:

Denkvermogen:

- Realiseert een oplossing volgens plan.

- Formuleert criteria voor de oplossing. 

Arrangementen + mini-check

Verdiept (een 8 of hoger): Bregje

Jij mag zelfstandig aan de slag. Je maakt 6.2 opdracht 25 t/m 35 blz 59 t/m 63

De rest doet mee met de mini-check.

is gelijkvormig met
Welke zijde is een vergroting van AC?

ΔDEF

ΔABC

1. DE
2. EF
3. DF
4. BC

is gelijkvormig met                   

Welke hoeken zijn overeenkomstig?

ΔABC

ΔDEF

<A

<B

<C

<E

<F

<D

Wie maakt wat

Had je alle vragen goed, dan ga je zelfstandig aan de slag. Je maakt de voorkennis  6.2 opdracht 25 t/m 35 blz 59 t/m 63

De rest doet mee met de instructie. 

Hoe weet je dat driehoeken gelijkvormig zijn?

1. De hoeken zijn even groot
   
2. De zijden zijn een vergroting van elkaar 
   

apps.noordhoff.nl

5. Begeleid inoefenen

Geen of 1 vraag goed bij de mini-check --->

dan maken wij samen opdracht 31 en 34.

Opdracht samen maken

Opdracht samen maken

6. Zelfstandig werken

LJ1 - Je maakt nu zelfstandig 6.2 opdracht 29 t/m 38 op blz 19 t/m 21

LJ2 - Je maakt nu zelfstandig 6.2 opdracht 25 t/m 35 blz 59 t/m 63

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na.

Daarna pak je een wiskundespel uit de kast

7. Evaluatie LJ1

Hoe ging de les?

Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?

Heb je nog ergens vragen over? 

- kun je vermenigvuldigen met negatieve getallen?

7. Evaluatie LJ2

Hoe ging de les?

Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?

Heb je nog ergens vragen over? 

- kun je bepalen of een driehoek gelijkvormig is?

- wat de overeenkomstige hoeken van een gelijkvormige driehoek zijn?

- weet je hoe je de lengtes van de zijden van een gelijkvormige driehoek kunt berekenen?

Huiswerk & Toetsen

Huiswerk LJ1: 

Donderdag 16 maart

6.2 opdracht 29 t/m 38

Huiswerk LJ2: 

Donderdag 16 maart

6.2 opdracht 25 t/m 35

Toetsen LJ1: 

Toetsen LJ2: