H4 vragend voornaamwoord

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

H4 semaine 49 

leçon 3: le pronom interrogatif

Objectif: 

poser une question en français

Hoe maak je een zin vragend in het Frans?

la question

1.  door een vraagteken achter de zin te plaatsen

pe  Tu prends un bonbon. --> Tu prends un bonbon?

2. door est-ce que voor de zin te plaatsen,  dan blijft de woordvolgorde als in een normale zin. 

pe Est-ce que tu prends un bonbon?

3. door inversie, maar pas op, mag alleen als het onderwerp een persoonlijk voornaamwoord is!

ps. prends-tu un bonbon?

attention!

- als je inversie gebruikt, en het werkwoord begint met een klinker, dan voeg je een extra t toe voor de uitspraak

pe   A-t-il bien mangé ?

- als er een vraagwoord in de zin staat, gelden dezelfde regels.

- maar est-ce que komt ná het vraagwoord in de zin:

Quand est-ce que tu partiras pour le Brésil?

noem een Frans vraagwoord

'Parle-t-il néerlandais?'

Is de zin correct?

1. Ja
2. Nee

'Est-ce qu'on parle néerlandais en Belgique?'
Is de zin correct?

1. Ja
2. Nee

'Est-ce qu'où parle néerlandais ?'

Is de zin correct?

1. Ja
2. Nee

Transforme cette phrase en une question:

Elle joue au volley

1. Au volley joue elle?
2. Elle est-ce que joue au volley?
3. Est-ce qu'elle joue au volley?

Choisis: quel-quelle-quels-quelles

................ sport pratiques-tu dans un stade?

Na deze les

weet ik hoe je een zin vragend maakt in het Frans

snap ik meer over de vragende zin in het Frans

begin ik door te krijgen hoe je een zin vragend maakt in het Frans

vind ik de vraagzinnen nog erg moeilijk

heb ik nog steeds geen idee over het vragend maken van zinnen in het Frans

A demain!