Kleding 1

Kleding 1
1 / 11
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Kleding 1

Slide 1 - Slide

Wat past het beste bij het woord button?
A
de speld
B
de rits
C
het klittenband
D
de knoop

Slide 2 - Quiz

Welk woord hoort er niet bij?
A
het colbert
B
de pantalon
C
de onderjurk
D
de japon

Slide 3 - Quiz

Hoe noem je alles wat je aan hebt?
A
outfit
B
onderjurk
C
gympen
D
haarband

Slide 4 - Quiz

Vertrouwen in jezelf. Geloven dat je het kunt.
A
onzeker
B
zelfverzekerd
C
verlegen
D
bang

Slide 5 - Quiz

Een kort jasje voor binnen.
A
het uniform
B
de outfit
C
het colbert
D
de japon

Slide 6 - Quiz

Welk woord hoort er niet bij?
A
Jezelf graag bekijken in de spiegel.
B
onzeker
C
ijdel
D
pronken

Slide 7 - Quiz

Marga draagt een leuke .....
A
stof
B
outfit
C
mode
D
merk

Slide 8 - Quiz

Met mooie kleren aan, voel je je .....
A
ijdel
B
button
C
zelfverzekerd
D
tweedehands

Slide 9 - Quiz

Een speldje voor op je kleren heet .....
A
ijdel
B
button
C
zelfverzekerd
D
tweedehands

Slide 10 - Quiz

Een lap waarvan kleren gemaakt worden.
A
jas
B
stof
C
colbert
D
kostuum

Slide 11 - Quiz