Mijn proefles

Grammatica
zinsdelen: van PV tot BWB
woordsoorten: voorzetsel, aanwijzend en vragend voornaamwoord
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Grammatica
zinsdelen: van PV tot BWB
woordsoorten: voorzetsel, aanwijzend en vragend voornaamwoord

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Ik bak vandaag  voor jou lekkere koekjes
PV en WG
OW
LV
MV
BWB
Ik
bak 
vandaag
voor jou
lekkere koekjes

Slide 6 - Drag question

Een vliegtuig biedt overigens meer veiligheid dan een auto
PV en WG
OW
LV
BWB
Een vliegtuig
biedt
overigens
meer veiligheid dan een auto

Slide 7 - Drag question

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Opdracht: hoeveel aanwijzende voornaam woorden zie je?
Wat is een marathon eigenlijk? Dat is een hardloopwedstrijd over iets meer dan 42 kilometer. De eerste marathon werd in 490 v.Chr. gelopen door een Griekse soldaat. Deze soldaat moest van Marathon naar Athene redden om de overwinning van de Atheners op de Perzen te melden. Zo'n grote strijd was er in lange tijd niet geweest.

Slide 13 - Slide

Hoeveel aanwijzende voornaamwoorden heb je geteld?

Slide 14 - Open question

Opdracht: hoeveel aanwijzende voornaam woorden zie je?
Wat is een marathon eigenlijk? Dat is een hardloopwedstrijd over iets meer dan 42 kilometer. De eerste marathon werd in 490 v.Chr. gelopen door een Griekse soldaat. Deze soldaat moest van Marathon naar Athene redden om de overwinning van de Atheners op de Perzen te melden. Zo'n grote strijd was er in lange tijd niet geweest.

Slide 15 - Slide

Welke zin bevat GEEN vragend voornaamwoord?
A
Waarom heb jij binnen een zonnebril op?
B
Welk ijsje zullen we vandaag eten?
C
Wat is dat nou voor een vogel?
D
Wie heeft er zin om te zwemmen?

Slide 16 - Quiz

Opdracht: hoeveel voorzetsels zie je?
Bijna iedereen wordt er gelukkig van: vakantie! Na al die weken binnen, wordt het tijd om lekker naar buiten te gaan. We vinden het helemaal fijn als de zon schijnt. Dan kun je lekker op je stoeltje of juist languit in het gras genieten. Door al het thuiswerken heb je daar misschien al van kunnen genieten!

Slide 17 - Slide

Hoeveel voorzetsels heb je geteld?

Slide 18 - Open question

Opdracht: hoeveel voorzetsels zie je?
Bijna iedereen wordt er gelukkig van: vakantie! Na al die weken binnen, wordt het tijd om lekker naar buiten te gaan. We vinden het helemaal fijn als de zon schijnt. Dan kun je lekker op je stoeltje of juist languit in het gras genieten. Door al het thuiswerken heb je daar misschien al van kunnen genieten!

Slide 19 - Slide