Woorden samenstellen

Woorden samenstellen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Woorden samenstellen

Slide 1 - Slide

Nieuwe woorden
Samenstelling: samenvoegen van twee of meer woorden
paard + bloem = paardenbloem, zon + stelsel = zonnestelsel

Afleiding: samenvoegen van woord + voor- of achtervoegsel
sprakeloos, redelijk, vergeetachtig, non-fictie

Slide 2 - Slide

Welk woord is correct geschreven?
A
bedrijfleider
B
bedrijfsleider

Slide 3 - Quiz

Welk woord is correct geschreven?
A
verkooporganisatie
B
verkoopsorganisatie

Slide 4 - Quiz

Welk woord is correct geschreven?
A
herehuis
B
herenhuis

Slide 5 - Quiz

Welk woord is correct geschreven?
A
aktentas
B
aktetas

Slide 6 - Quiz

Welk woord is correct geschreven?
A
schattebout
B
schattenbout

Slide 7 - Quiz

Welk woord is correct geschreven?
A
krullebol
B
krullenbol

Slide 8 - Quiz

Welk woord is correct geschreven?
A
reuzehonger
B
reuzenhonger

Slide 9 - Quiz

Welk woord is correct geschreven?
A
aspergesoep
B
aspergensoep

Slide 10 - Quiz

Welk woord is correct geschreven?
A
maneschijn
B
manenschijn

Slide 11 - Quiz

Samenstellingen
Basisregel: samenstellingen schrijven we aan elkaar vast:

  • werkwoorden: aaneenschrijven, autorijden
  • zelfstandige naamwoorden: hoogbouw, autoalarm
  • bijvoeglijke naamwoorden: aardewerken, tegenstrijdig

Slide 12 - Slide

Uitzondering: los schrijven
Spaties in meerledige namen blijven behouden:
 Middellandse Zeegebied, Atlantische Oceaan




Slide 13 - Slide

Uitzondering: met een streepje
  1. samenstelling met twee gelijkwaardige delen:
zwart-wit,  sociaal-cultureel, paars-groene coalitie
Maar:
  • geen streepje tussen gelijkwaardige delen en een volgend deel: zwart-witfoto
  • twee delen niet omkeerbaar --> aaneenschrijven: christendemocratisch

Slide 14 - Slide

Uitzondering: met een streepje
2. Tweeledige samenstellingen

Slide 15 - Slide