6.2.2 Vulkanisme (r)

6.2.2 Vulkanisme
1 / 17
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

6.2.2 Vulkanisme

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kunt de huidige vorm van de Etna verklaren.
  • Je kunt de vier zaken noemen die de kracht van een uitbarsting beïnvloeden.
  • Je kunt de 2  meest recente uitbarstingen van de Vesuvius beschrijven
  • Je kunt op basis van deze uitbarstingen een uitspraak doen over toekomstige uitbarstingen
  • Je kunt het vulkanisme in Griekenland en Turkije beschrijven en verklaren
  • Je kunt het vulkanisme bij een hotspot beschrijven.
  • Je kunt de Helleense boog beschrijven en verklaren.
  • Je kunt de vulkanische verschijnselen in het MZ-gebied verklaren
  • Je weet hoe de verschillende vulkaantypen over het MZ-gebied verspreid zijn.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Vulkanisme bij hotspots
Hotspot

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

Ja
Bij een hotspot
Explosief
Felsisch, silicarijke magma
Klein
Groot
Weinig
Cadera, samengestelde vulkaan
Steile vulkaan
Pinatubo
hoog
nee
effusief
bij een subductiezone
Kilauea (Hawai)
veel
mafisch/ silica-arm
laag

Slide 6 - Link

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten
Maak  1abc en 6abcd

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

1a
In het westelijke deel van het Middellandse Zeegebied is vooral sprake van stukken continentale korst die op elkaar botsen, waardoor er geen subductie plaatsvindt en er geen magma richting het aardoppervlak zal bewegen. In het oostelijke deel van het Middellandse Zeegebied vindt veel meer subductie plaats.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

1b
Aardbevingen ontstaan langs plaatgrenzen en vulkaanuitbarstingen alleen bij convergente en divergente plaatgrenzen. Er zijn veel meer soorten plaatgrenzen in het Middellandse Zeegebied waarbij wel aardbevingen kunnen ontstaan, maar geen vulkanen (transforme plaatgrenzen en convergentie van twee continentale platen, zie bron 2 in paragraaf 1). Daarnaast zal er bij elke vulkaanuitbarsting in principe ook sprake zijn van een (soms relatief kleine) aardbeving. Daardoor zullen er meer aardbevingen dan vulkaanuitbarstingen voorkomen in het Middellandse Zeegebied.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

1c
In het oosten vindt subductie plaats van de Afrikaanse plaat onder de Egeïsche en Anatolische plaat. Bij subductie ontstaan stratovulkanen (en soms caldera’s).

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

6a
C

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

6b
Door subductie ontstaat een rij vulkanen. Doordat de plaat die onderduikt in een hoek onderduikt, zal de subductiezone de kromming/bolvorm van de aarde volgen en zo de vorm van een boog krijgen. Je kunt dit vergelijken met het snijden van een mes in een sinaasappel. Wanneer je onder een hoek in de sinaasappel snijdt, ontstaat er een grote inkeping in de sinaasappel. Het mes is recht, maar de inkeping zal rond zijn, omdat de sinaasappel bol is. Het mes is in dit voorbeeld de plaat, de inkeping in de sinaasappel is de plaatgrens.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

6c
Bij de buitenste boog is de Afrikaanse plaat nog niet zo diep onder de Egeïsche plaat weggedoken. Daardoor is de korst nog niet gaan smelten en kan er nog geen magma opstijgen.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

6d
Het eilandje in het midden (Nea Kameni) is een nieuwe vulkaan die in de caldera van de Santorini is ontstaan. De magmahaard die de uitbarsting van de Santorini heeft veroorzaakt, is blijkbaar nog steeds actief. Door erosie (door de zee) is de calderarand doorbroken en is deze in twee grotere en een aantal kleine eilandjes gebroken.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Maken
Examentrainer

Slide 17 - Slide

This item has no instructions