2.4 Het dagboek van de aarde

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

PROGRAM

Review 2.3

Explanation 2.4

Check homework 2.3

Work individually / homework

LEARNING GOALS

• Je kunt verklaren hoe we de geschiedenis kunnen onderzoeken met fossielen

• Je kunt beschrijven hoe je informatie uit gesteentelagen kunt halen

• Je kunt het verschil beschrijven tussen absolute & relatieve ouderdom

• Je kunt het ontstaan van bacteriën, vissen en zoogdieren beschrijven.

Oldest                                                                            Youngest

Waarvan is dit een fossiel?

1. Trilobieten
2. Plant
3. Ammonieten
4. Mammoet

Alle platen lagen toen bij elkaar. Dat noem je:

Sedimentlagen van oud naar jong

RELATIEVE OUDERDOM (t.o.v.)

Fossielen in een gesteentelaag diep in de grond zijn ouder dan een recentere gesteentelaag.

Een fossiel van een ammoniet (zeedier) in de bergen laat zien dat het uit de tijd komt dat het nog een zee was. Het is later omhoog gekomen.

ABSOLUTE OUDERDOM

Uranium zit in gesteenten. Dat is een radioactief element --> ze hebben meetinstrumenten dat ze kunnen meten hoe oud een gesteente is.

Ouderdom meten met behulp van radioactiviteit

1. Relatieve ouderdom
2. Absolute ouderdom

In Nederland zijn fossielen gevonden van een plant die alleen in tropische gebieden voorkomt. Hoe kan dit?

HUISWERK CHECK

2.3

1, 2, 3, 6 & 7

ZELFSTANDIG WERKEN / HUISWERK

2.4

1, 2, 4, 5 & 7