2.2: Het dagboek van de aarde

1 / 12
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leerdoelen

  • Je weet hoe een fossiel in een gesteente terechtkomt
  • Je begrijpt waarom bodemlagen en fossielen veel kunnen vertellen over de geologische geschiedenis van de aarde


  • Je kent de drie hoofdsoorten gesteenten
  • Je kunt met behulp van voorbeelden de absolute en relatieve ouderdom van bodemlagen vaststellen


Slide 2 - Slide

Oudst                                                                            jongst

Slide 3 - Drag question

Waarvan zijn dit fossielen?
A
Trilobieten
B
Planten
C
Ammonieten
D
Mammoeten

Slide 4 - Quiz

Alle aardplaten lagen toen bij elkaar. Dat noem je:

Slide 5 - Open question

Sedimentlagen van oud (diep) naar jong (ondiep)

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

In Nederland zijn fossielen gevonden van een plant die alleen in tropische gebieden voorkomt. Hoe kan dit?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Video

RELATIEVE OUDERDOM (t.o.v.)
Fossielen in een gesteentelaag diep in de grond zijn ouder dan een minder diepe gesteentelaag.
Een fossiel van een ammoniet (zeedier) in de bergen laat zien dat het uit de tijd komt dat het nog een zee was. Het is later omhoog gekomen.
ABSOLUTE OUDERDOM
In gesteenten zit uranium. Dat is een radioactief element --> meetinstrumenten meten hoe oud een gesteente is a.d.h.v. de halfwaardetijd.

Slide 10 - Slide

Absolute ouderdom
Relatieve ouderdom
De ouderdom in miljoenen jaren. 
De laag onder deze laag is jonger. 
Door een gidsfossiel weten we hoe oud deze laag ongeveer is. 
Het fossiel is even oud als de laag waarin het voorkomt. 
Met behulp van radioactiviteit kan de ouderdom worden bepaald.

Slide 11 - Drag question

Zelfstandig werken / huiswerk
Lees de tekst van 2.2 door en maak: 2, 3, 5acd, 7 en 8

Slide 12 - Slide