This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 240 min
Items in this lesson
Toetsvoorbereiding L&K H1 en H2
Vak: Nederlands
Docent: mevrouw K. van Zaalen
Slide 1 - Slide
Lesplanning
Tijd
Lesfase
Wat gaan we doen?
Klaar?
9:00 uur - 9:15 uur
Start van de les
Inloggen in ZOOM, NU Nederlands en LessonUp
9:15 uur - 9:40 uur
Voorkennis activeren
Voorbereiden Oefentoets L&K H1
9:40 uur - 11:00 uur
Toetsen
Maken Oefentoets L&K H1
11:00 uur - 11:15 uur
Pauze
Ontspannen
11:15 uur - 11:40 uur
Voorkennis activeren
Voorbereiden Oefentoets L&K H2
11:40 uur - 13:00 uur
Toetsen
Maken Oefentoets L&K H2
Les 1
Les 2
Les 3
Les 4
Les 5
Les 6
Les 7
Les 8
Les 9
Les 10
Inleiding
Lezen H1
Lezen H2
Toets
Lezen H3
Lezen H4
Toets
L&K H1
L&K H2
Toets
Slide 2 - Slide
Leerdoelen L&K H1
Ik weet op welke drie manieren ik kan kijken en luisteren
Ik kan doelgericht een manier van kijken en luisteren kiezen
Ik kan informatie uit het beeld bij een tekst halen
Ik kan de functie van beeld bij een tekst benoemen
Ik kan aantekeningen maken, terwijl ik kijk en luister
Slide 3 - Slide
1. Als je gericht luistert en kijkt, moet je vooral...
A
alert zijn bij de inleiding, want daarin worden het onderwerp en de deelonderwerpen aangekondigd.
B
alert zijn bij het middenstuk, want daarin komen alle deelonderwerpen uitgebreid aan bod.
C
alert zijn bij het slot, want daarin wordt de conclusie getrokken of de tekst samengevat.
D
alert zijn tijdens het hele bericht, want alles wat je hoort en ziet, kan belangrijk zijn.
Slide 4 - Quiz
2. Wat is de functie van een signaalwoord in een (luister)tekst?
A
Signaalwoorden geven aan
welke woorden in een (luister)tekst wel of niet belangrijk zijn.
B
Signaalwoorden wijzen je op de belangrijkste verbanden in een (luister)tekst.
C
Signaalwoorden geven aan
welke zinnen in de (luister)tekst
wel of niet belangrijk zijn.
D
Signaalwoorden wijzen je op de conclusie van een (luister)tekst.
Slide 5 - Quiz
3. Wat is geen functie van beeld bij een (luister)tekst?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Verduidelijken
D
Verluchtigen
Slide 6 - Quiz
4a. Beeld en geluid versterken de inhoudelijke boodschap. 4b. Beeld en geluid roepen een bepaalde sfeer op.
A
Beide stellingen zijn correct.
B
Stelling 4a is correct;
stelling 4b is incorrect.
C
Beide stellingen zijn incorrect.
D
Stelling 4a is incorrect;
stelling 4b is correct.
Slide 7 - Quiz
5. Wat is geen goede tip voor iemand die wil leren hoe hij aantekeningen kan maken bij een (luister)tekst?
A
Bepaal vooraf je luisterdoel.
B
Schrijf de belangrijkste informatie op in steekwoorden.
C
Schrijf zoveel mogelijk op.
D
Werk gestructureerd.
Slide 8 - Quiz
Aan het werk
Ga naar NU Nederlands Online
Kijk naar de Planning
Open de Oefentoets Luisteren & Kijken H1
Maak de Oefentoets Luisteren & Kijken H1
Luister en kijk goed en maak aantekeningen!
Ben je klaar? Sluit de toets dan af en lever hem in!
Check via de chat of de docent de toets heeft ontvangen.
Houd pauze en meld je weer om 11:15 uur!
timer
1:20:00
Slide 9 - Slide
MM
Maak de Oefentoets H1 en H2
Ga naar LessonUp
Maak de 22 vragen van de Oefentoets H1 en H2
Sla nooit een vraag over (een keuze is altijd beter dan geen keuze)
Druk na vraag 22 duidelijk op 'LEVER IN'.
Oh ja: geef geen antwoorden aan elkaar door via de app! Dat zie ik!
timer
15:00
Slide 10 - Slide
Leerdoelen L&K H2
Ik begrijp een informatieve kijk- en luistertekst
Ik kan opvattingen en bedoelingen uit taal- en beeldgebruik afleiden
Ik begrijp de belangrijkste aanwijzingen uit een demonstratie
Ik begrijp de belangrijkste aanwijzingen uit een instructie
Ik herken de standpunten en argumenten in een kijk-en luistertekst
Ik kan de kwaliteit van argumenten beoordelen
Slide 11 - Slide
1a. Een beschouwing is een informatieve (luister)tekst. 1b. Een betoog is overtuigende (luister)tekst.
A
Beide stellingen zijn correct.
B
Stelling 1a is correct;
stelling 1b is incorrect.
C
Beide stellingen zijn incorrect.
D
Stelling 1a is incorrect;
stelling 1b is correct.
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Video
2. Onder het motto 'Je ziet het niet, maar het is er wel!' lanceerde Save the Children in 2018 een campagne om armoede onder kinderen en jongeren onder de aandacht te brengen. Op wie richt deze campagne zich?
A
Op ouders van kinderen en jongeren die in armoede leven.
B
Op kinderen en jongeren die zelf niet in armoede leven.
C
Op ouders van kinderen en jongeren die zelf niet in armoede leven.
D
Op de Nederlandse gemeenten.
Slide 14 - Quiz
3. Hoeveel kinderen en jongeren leven er in Nederland in armoede?
A
bijna 200.000
B
bijna 300.000
C
bijna 400.000
D
bijna 500.000
Slide 15 - Quiz
4a. Armoede in Nederland bestaat niet. 4b. Ik ken geen enkel gezin dat in armoede leeft.
A
Zin 4a is een feit; zin 4b is een subjectief argument.
B
Zin 4a is een mening; zin 4b is een subjectief argument.
C
Zin 4a is een feit; zin 4b is een drogreden van het type
verkeerde vergelijking.
D
Zin 4a is een mening; zin 4b is een drogreden van het type
verkeerde vergelijking.
Slide 16 - Quiz
5. Wat is het doel van de maker van deze (luister)tekst?
A
De Nederlandse gemeenten informeren over het feit dat 300.000 kinderen en jongeren in Nederland in armoede leven.
B
De Nederlandse gemeenten instrueren hoe ze armoede onder kinderen en jongeren in Nederland moeten aanpakken.
C
De Nederlandse gemeenten overtuigen van het feit dat er in Nederland 300.000 kinderen en jongeren in armoede leven.
D
De Nederlandse gemeenten activeren in hun gemeente oog te hebben voor armoede onder kinderen en jongeren.
Slide 17 - Quiz
Aan het werk
Ga naar NU Nederlands Online
Kijk naar de Planning
Open de Oefentoets Luisteren & Kijken H2
Maak de Oefentoets Luisteren & Kijken H2
Luister en kijk goed en maak aantekeningen!
Ben je klaar? Sluit de toets dan af en lever hem in!
Check via de chat of de docent de toets heeft ontvangen.
Houd pauze en meld je weer om 11:15 uur!
timer
1:20:00
Slide 18 - Slide
Als je nog vragen of opmerkingen hebt, kan je die hier kwijt.