What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Kidsweek woordenschat week 5 A + B + C
Kidsweek woordenschat week 5 A + B + C
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Woordenschat
Lager onderwijs
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Kidsweek woordenschat week 5 A + B + C
Slide 1 - Slide
Wat betekent 'Op je hoede zijn'?
A
Ontspannen en zorgeloos zijn
B
Vermoeid en ongeïnteresseerd zijn
C
Alert en voorzichtig zijn
D
Onverschillig en onoplettend zijn
Slide 2 - Quiz
Welke synoniem past het beste bij 'gewend'?
A
Onwennig
B
Vertrouwd
C
Onbekend
D
Vernieuwend
Slide 3 - Quiz
Hoe kun je 'achterliggende reden' anders uitdrukken?
A
Voorste oorzaak
B
Hoofdreden
C
Reden achter iets
D
Directe reden
Slide 4 - Quiz
Sleep het juiste woord naar de juiste afbeelding
Vechtersbazen
In contact brengen
Slide 5 - Drag question
Wat is de definitie van het woord wijk?
A
Een openbaar plein in de stad.
B
Een afgebakend deel van een stad.
C
Een groep huizen met een gemeenschappelijke tuin.
D
Een gebouw met meerdere verdiepingen.
Slide 6 - Quiz
Wat kenmerkt een 'minderheid'?
A
Een groep die de meerderheid volledig overtreft.
B
Een groep met evenveel invloed als de meerderheid.
C
Een grotere groep mensen in vergelijking met de meerderheid.
D
Een kleinere groep mensen in vergelijking met de meerderheid.
Slide 7 - Quiz
Wat is een 'republiek'?
A
Een staat waarin het staatshoofd wordt gekozen.
B
Een land met alleen een president als leider.
C
Een staat waarin het staatshoofd een monarch is.
D
Een politiek systeem zonder regering.
Slide 8 - Quiz
Wat is een synoniem voor 'permanent'?
A
Blijvend
B
Voorbijgaand
C
Tijdelijk
D
Vluchtig
Slide 9 - Quiz
Sleep de juiste uitleg naar het juiste woord
Bij iemand blijven
De eerste stap zetten
Openbaar gebouw in een wijk, stad of dorp
Reden van iets
Initiatief
Doel
Buurthuis
Trouw zijn
Slide 10 - Drag question
Wat betekent 'project'?
A
Een permanente oplossing voor een probleem
B
Een eenmalige gebeurtenis zonder vooraf bepaalde doelen
C
Een tijdelijk en uniek op te leveren werk
D
Een continue proces van verbetering
Slide 11 - Quiz
Over welk woord gaat het hier ?
Lees de beschrijving :
'Strijd, verschil van mening, een strijd die met wapens wordt
uitgevochten'
A
Loyaal
B
Onderdrukken
C
Conflict
D
Discriminatie
Slide 12 - Quiz
Wat betekent het om 'loyaal te zijn'?
A
Trouw en betrouwbaar zijn aan iemand of iets.
B
Ongeïnteresseerd en onverschillig zijn.
C
Veranderlijk en onstandvastig zijn.
D
Onbetrouwbaar en wispelturig zijn.
Slide 13 - Quiz
Wat houdt discriminatie in?
A
Het benadelen van mensen op basis van bepaalde eigenschappen.
B
Het streven naar gelijke rechten voor iedereen.
C
Het ondersteunen van inclusieve praktijken.
D
Het omarmen van culturele verschillen.
Slide 14 - Quiz
Wat is de betekenis van het woord 'officieel'?
A
Volgens de regels of voorschriften
B
Onwettig
C
Informeel
D
Onofficieel
Slide 15 - Quiz
Geef een synoniem voor het woord
'onderdrukken'
A
Initiatief
B
Tegenhouden
C
Officieel
D
Permanente
Slide 16 - Quiz
More lessons like this
TALENT 6 : Thema 2 : Les 3 : Twee vogels op een bank (woordenschat)
October 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Joris en de geheimzinnige toverdrank
April 2024
- Lesson with
22 slides
Woordenschat
Nederlands
Lager onderwijs
Kidsweek woordenschat week 8 B + C (Geef de rivier ruimte)
April 2024
- Lesson with
15 slides
Woordenschat
Lager onderwijs
KIDSWEEK 37/38 : Scoops Titanic museum (woordenschat)
October 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Lager onderwijs
V3 Woordenschat H5 en H6
March 2020
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Secondary Education
TALENT 6 : Thema 2 : Dit mag niet in verkeerde handen vallen (woordenschat) : Tekst : Wat zijn bewijzen + Het misdaadbord
8 days ago
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Priming en het mentale lexicon
October 2024
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Priming en het mentale lexicon
October 2024
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Secundair onderwijs