uit de Belijdenissen van Augustinus
"Wat heb ik dan met de mensen te maken, dat zij mijn belijdenissen moeten horen, alsof zij al mijn zwakheden zouden genezen? ... En hoe weten zij, wanneer zij van mijzelf over mijzelf horen, of ik de waarheid spreek ...? ... Maar daar de liefde alle dingen gelooft ... belijd ook ik U, o Heere, zo, dat de mensen het horen, aan wie ik niet kan bewijzen, dat ik de waarheid belijd; maar zij geloven mij, wier oren de liefde voor mij opent."