Online les 29 januari

1 / 11
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Today
- Let's take a look at the planner
- Let's take a look at your homework & discuss
- Mk lesson 5, Unit 3
- Mk the quizlet

Slide 2 - Slide

Used to
Used to gebruik je om te zeggen dat dingen eerst zo waren, maar nu niet meer. In het Nederlands zeg je dan ‘Vroeger…’

Na used to gebruik je het hele werkwoord.

I used to work at the Jumbo. 
 There used to be a Mc.Donalds in Wijchen.

Slide 3 - Slide

Opdr used to
De opdracht was: 

Maak de zinnen af. Gebruik used to of use to en het werkwoord tussen haakjes.
Let op of het gaat om een bevestigende zin (+), een ontkenning (–), of een vraag (?).

Slide 4 - Slide

Used to in vraagzinnen en ontkennende zinnen
? Vraagzinnen: Did ........ use to
- Ontkennende zinnen: didn't use to
Let op! De –d van used verdwijnt dus in vragen en ontkennende zinnen.


Did your dad use to work at the Jumbo?
There didn’t use to be a McDonalds in Wijchen.

Slide 5 - Slide

Used to / did...use to / didn't use to
1. (+) My brother’s best friend ...................................... ( live) next door, but he moved away.
  
2. (–) We ....................................... (hang out) together, but we do now.


3. c. (?) ......................................you ...................................... (have) blond hair when you were younger?

Slide 6 - Slide

Used to / did...use to / didn't use to
1. (+) My brother’s best friend used to live (live) next door, but he moved away.
  
2. (–) We didn't use to hang out (hang out) together, but we do now.


3. c. (?)Did you use to have (have) blond hair when you were younger?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Let's go! 
Lesson 5 - ex 1 t/m 6
Finished? Leer woordjes of test jezelf in de quizlet op de volgende pagina

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link