Taaltrap les 8.2 De mens - vervolgles

Taaltrap 8-2        De mens
1 / 39
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Taaltrap 8-2        De mens

Slide 1 - Slide

De mens van binnen en van buiten


dus
de buitenkant

en 
de binnenkant

Slide 2 - Slide

Vandaag
Het is vandaag...................            De datum is ............

Morgen is het .............
Overmorgen is het ..........

Gisteren was het ................
Eergisteren was het ............
Het is lente / voorjaar

Slide 3 - Slide

LEZEN
We lezen 15 minuten in ons boek.

Schrijf moeilijke woorden in je schrift.
-Zoek op wat het betekent.
-Vraag wat het betekent.

D2: Mw. Reinhoud + Khalid + Milosz: Diglin woorden / letters
timer
15:00

Slide 4 - Slide

Doel van de eerste les
 Herhaling van het doel van vorige week:
- Je kent woorden over het MENSELIJK LICHAAM
  (Je hebt die woorden eventueel vertaald in je eigen taal.)
- Je kunt de LICHAAMSDELEN aanwijzen op een tekening / plaat.
- Je kunt zinnen maken met woorden van het MENSELIJK           
 LICHAAM.



Slide 5 - Slide

Doel van de tweede les
WERKWOORDEN
- Je weet dat een werkwoord 
      * een tegenwoordige tijd heeft = nu
      * een verleden tijd heeft = gisteren, vorig jaar, lang geleden
- Je kunt werkwoorden in de goede vorm invullen


Slide 6 - Slide

Doel van de derde les
- Je kunt vertellen over het verhaal van 'de dikke enkel'.
- Je kunt antwoord geven op de vragen.
- Je kunt de antwoorden opschrijven.

- Je kijkt naar een filmpje over vriendschap en muziek.
- Je kunt de vragen beantwoorden.




Slide 7 - Slide

Doel van de vierde les
VERWIJSWOORDEN
- Je weet wanneer je deze/die en dit/dat gebruikt.
- Je kent dit schema:




dichtbij / hier
ver weg / dáár
de-woorden
deze
die
het-woorden
dit
dat

Slide 8 - Slide

Zelf leren
Ga naar de tegel 
in je Aerobe.

Leer zelf de woorden over het lichaam.

Controle met quizvragen!
timer
1:00

Slide 9 - Slide

Dit is de man zijn.......
A
wenkbrauw
B
voorhoofd
C
wang
D
schouder

Slide 10 - Quiz

De pijl wijst naar de .....
A
keel
B
elleboog
C
rug
D
nek

Slide 11 - Quiz

Dit is je .........
A
pink
B
duim
C
hand
D
pols

Slide 12 - Quiz

De pijl wijst naar een ....
A
tand
B
lip
C
kies
D
vinger

Slide 13 - Quiz

Dit is je ...........
A
duim
B
pink
C
ringvinger
D
wijsvinger

Slide 14 - Quiz

De pijl wijst naar een ....
A
enkel
B
knie
C
bovenbeen
D
teen

Slide 15 - Quiz

We herhalen de woorden - lichaamsdelen
Welke woorden weet je al? 
Welke woorden weet je nog?

We herhalen met 'galgje'.

Typ de woorden in de dia.

Slide 16 - Slide

Galgje

Slide 17 - Slide

Deze lichaamsdelen ken ik al / nog!
timer
3:00

Slide 18 - Open question

Doel van de tweede les
WERKWOORDEN
- Je weet dat een werkwoord 
      * een tegenwoordige tijd heeft = nu
      * een verleden tijd heeft = gisteren, vorig jaar, lang geleden
- Je kunt werkwoorden in de goede vorm invullen


Slide 19 - Slide

8.13 tegenwoordige en verleden tijd
1. Luister naar de uitleg over 'nu' en 'eerder'.
2. We maken de 'plakopdracht'.
3. Vul het werkwoordschema in.
4. We kijken het samen na.

Slide 20 - Slide

tegenwoordige tijd
nu, morgen
verleden tijd = eerder, toen, 'oude tijd'
zien
ik zie
hij ziet
wij zien
ik zag
hij zag
wij zagen
roepen
ik roep
hij roept
wij roepen
ik riep
hij riep
wij riepen

Slide 21 - Slide

tegenwoordige tijd (= nu)
verleden tijd 
(= toen)
komen
slapen
zag
spreken
kocht
riep
eten
bewegen
schrijven
zat
sliep

Slide 22 - Drag question

Slide 23 - Slide

Bladzijde 141

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Kahoot tt en vt

Slide 26 - Slide

Oefenen
Ga in Diglin
naar REGELS

en oefen
de werkwoorden

Slide 27 - Slide

Doel van de derde les
- Je kunt vertellen over het verhaal van 'de dikke enkel'.
- Je kunt antwoord geven op de vragen.
- Je kunt de antwoorden opschrijven.

- Je kijkt naar een filmpje over vriendschap en muziek.
- Je kunt de vragen beantwoorden.




Slide 28 - Slide

Diglin - lezen 3 

De dikke enkel

Slide 29 - Slide

De dikke enkel.
- Eerst luisteren zonder meelezen.
- Navertellen.
- Luisteren mét meelezen op het bord.

- Daarna zelfstandig Diglin lezen + maken.
- Klaar? Dan de opdracht uit het boek = dia 31

Slide 30 - Slide

antwoorden in je schrift
boek Diglin+ 
je schrift
bladzijde 63 = verhaal              bladzijde 64 = vragen

- Geef antwoord op de vraag.
- Denk aan de hoofdletter en de punt.
- Gebruik de goede vorm van het werkwoord.

Slide 31 - Slide

Video met vragen
Dit filmpje gaat over muziek + vriendschap.

- Kies voor de moeilijkheid:
- Kijk naar het filmpje.
- Maak de vragen.
- Onderaan kies je voor andere opdrachten: 

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Link

Doel van de vierde les
VERWIJSWOORDEN
- Je weet wanneer je deze/die en dit/dat gebruikt.
- Je kent dit schema:




dichtbij / hier
ver weg / dáár
de-woorden
deze
die
het-woorden
dit
dat

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Taaltrap blz. 143
Verwijswoorden
    deze 
    die
    dit
    dat

Slide 37 - Slide

voorbeeld verwijswoorden

Slide 38 - Slide

nog verder voorbereiden
EBG boek of los blad

Slide 39 - Slide