REK7: toetsles blok 4

Wat ga ik deze les leren:
  1. omrekenen van oppervlaktes
  2. omrekenen met hectare en are
  3. omzetten van verhoudingen en percentages
  4. rekenen met de 1% regel
  5. omzetten van eenvoudige breuken en kommagetallen
  6. aflezen van percentages op een strook
1 / 14
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 7

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat ga ik deze les leren:
  1. omrekenen van oppervlaktes
  2. omrekenen met hectare en are
  3. omzetten van verhoudingen en percentages
  4. rekenen met de 1% regel
  5. omzetten van eenvoudige breuken en kommagetallen
  6. aflezen van percentages op een strook

Slide 1 - Slide

Hectare en are

Slide 2 - Slide

omrekenen

Slide 3 - Slide

1200 hectare = ... km²
A
120
B
1200
C
12
D
1,2

Slide 4 - Quiz

omrekenen oppervlaktes
60 cm² = ... mm²


6000


Slide 5 - Slide

Verhoudingen & percentages
een verhouding geeft aan hoeveel je van het totaal hebt. Bijvoorbeeld 1 op de 4, dit betekent dat je één van de vier delen hebt. 1 op de 4 is hetzelfde als 25%, want bij 25% heb je ergens 1/4 deel van (1 op de 4)

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

1 op de 4 
1 op de 10
1 op de 5
25%
10%
25%

Slide 8 - Drag question

Rekenen met de 1% regel
Als je ergens een bepaald percentage van moet uitrekenen is het handig om de 1% regel toe te passen. Als je bijvoorbeeld 7% van €900 wilt weten reken je als volgt:

1% van 900 = (900:100 =) €9
7 % van 900 = (9 x 7=) €63

Slide 9 - Slide

Hoeveel is 2% van 250?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide


Welk kommagetal hoort er bij 1/10 ?
A
0,1
B
1,0
C
1,10
D
0,01

Slide 12 - Quiz

Percentages aflezen van een strook
Als je een breukstrook hebt kan je hier een percentage aan koppelen (aflezen). Je doet dit door te kijken uit hoeveel delen de strook bestaat en te kijken naar welk deel hiervan gekleurd is.


Ik zie 5 delen in totaal en 1 op de 5 is gekleurd (1/5 deel). Ik weet dat het percentage 20% bij de breuk 1/5 hoort. 
(Je kan het ook controleren met een rekensom:  100 : 5 = 20)

Slide 13 - Slide

Welk percentage hoort erbij?

Slide 14 - Open question