Intro Revision Proefwerk - Theme 3 + 4

Welcome! 
Revision all grammar Theme 3 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welcome! 
Revision all grammar Theme 3 

Slide 1 - Slide

Grammar 7
Relative Clauses

Slide 2 - Slide

Grammar 7

Slide 3 - Slide

THEME 3: RELATIVE CLAUSES
IMPORTANT:
WHO: bij mensen
WHICH: bij dieren en dingen
THAT: bij personen, dieren en dingen (maar niet na een comma!)
WHOM: bij mensen na een voorzetsel
WHOSE: bij bezit (van wie/wiens)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Grammar 8
The Passive

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Grammar 9
both, either, neither, all, each, every, none

Slide 9 - Slide

Translate:
1. both
2.either
3. neither
4. all
5. each
6. every
7. none

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Wanneer gebruik je de Past Simple?
Bij activiteiten/gebeurtenissen in het verleden
die afgelopen zijn.
Vaak staat er bij wanneer iets gebeurde.

I broke my leg in 2014
I met my boyfriend last summer


Slide 12 - Slide

Past simple
Vorm:
Regelmatige ww: + ed
Onregelmatige ww: 2e rijtje

Slide 13 - Slide

Signaalwoorden past simple

Last
Ago
Date
Yesterday

Slide 14 - Slide

Wanneer gebruik je de Present Perfect?

* bij gebeurtenissen in het verleden die nu nog bezig zijn
* bij ervaringen in het verleden
* je merkt nu resultaat van acties in het verleden

I can't run, I have broken my leg. (been is nog steeds gebroken)
I have known my boyfriend for 5 days. (je kent hem nog steeds)
I have been to London six times. (ervaring)

Slide 15 - Slide

Present Perfect
Vorm:
to have (has of have) + VD
VD regelmatige ww: + ed
VD onregelmatige ww: 3e rijtje

Slide 16 - Slide

Signaalwoorden present perfect

For, Yet, Never, Ever, Just, Always/Already, Since
+
How long
Recently
Lately

Slide 17 - Slide

Present Simple
Present Continuous

Slide 18 - Slide

Present simple form

Slide 19 - Slide

De SHIT rule
Bij de Present Simple krijg je bij she, he en it een s achter het werkwoord.
We noemen dit ook wel de SHIT-regel

voorbeeld: 
Anna drinks alcohol every mornig 



Slide 20 - Slide

De present continuous
Onderwerp+am,are,is+doewoord+ING
werkwoord
I, You, we...etc

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide