2) bilan maken = online oefentoets (via magister leermiddelen)
Slide 3 - Slide
extra oefenopdrachten
A Complète les phrases au présent. (= tegenwoordige tijd)
1 Vous (manger) mangez des pizzas?
2 Nous (avoir) avons beaucoup de devoirs.
3 Il (raconter) raconte une belle histoire (een mooi verhaal).
4 Tu (être) es malade (= ziek)?
5 Je (passer) passe le weekend à Paris.
Slide 4 - Slide
extra oefenopdrachten
B Complète les phrases au passé composé. (= voltooide tijd)
1 Vous (manger) avez mangé des pizzas?
2 Nous (avoir) avons eu beaucoup de devoirs.
3 Il (raconter) a raconté une belle histoire (een mooi verhaal).
4 Tu (être) as été malade (= ziek)?
5 J’ (passer) ai passé le weekend à Paris.
Slide 5 - Slide
extra oefenopdrachten
C Traduis en français. 1 Ik heb een mooi uitzicht. -->présent J’ai une belle vue. 2 Hij heeft in Parijs gewoond. --> passé composé Il a habité à Paris. 3 Wij hebben gekletst met onze vrienden. --> passé composé Nous avons (of: on a) discuté (of: bavardé) avec nos copains.
Slide 6 - Slide
extra oefenopdrachten
C Traduis en français.
4 Zij gamen op (= au) zolder. --> présent
Ils jouent à la console au grenier.
5 Hebben jullie een nieuwe keuken? --> présent
Vous avez une nouvelle cuisine?
Slide 7 - Slide
programme
bilan maken = online oefentoets (via magister leermiddelen)
Je blijft in teams. Geluid uit.
Vragen? stel ze in de chat.
Klaar? Geef dat door via de chat.
Ga daarna 'slim stampen' (met een onderdeel naar keus).
Lesson duration is: 50 min
