8.2-2 + Practicum Frequentie

Welkom! 
Welkom
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom! 
Welkom

Slide 1 - Slide

Welkom! 
Planning:
Oefenen frequentie en Trillingstijd
20 min
Practicum 1 maken
40 min
Afmaken paragraaf 8.2
10 min

Slide 2 - Slide

8.2  Frequentie

Slide 3 - Slide

Je leert
  • Hoe je rekent met de frequentie
  • Hoe je rekent met de trillingstijd
  • Wat het verband is tussen de lengte van een slinger en de frequentie (practicum)

Slide 4 - Slide

Frequentie
Frequentie is het aantal trillingen per seconde.
Het symbool voor frequentie is de kleine letter f. 
De frequentie wordt gemeten in hertz (Hz). 
Zichtbaar geluid

Slide 5 - Slide

Trillingstijd/frequentie
Om iets te kunnen zeggen over de toonhoogte van een geluid, kun je kijken naar de frequentie (f) of de trillingstijd (T). Hoe hoger de frequentie , hoe groter het aantal trillingen per seconde. 
Hoe groter het aantal trillingen per seconde, hoe hoger het geluid. 
Bij een hogere frequentie duurt elke trilling steeds minder lang. Het is logisch dat frequentie en trillingstijd zoveel met elkaar te maken hebben. 
In de formuledriehoek hiernaast zie je het verband tussen de trillingstijd en de frequentie.

Slide 6 - Slide

Hoeveel trillingen staan er in de afbeelding?

Slide 7 - Open question

Frequentie van geluid =
A
Toonhoogte van geluid
B
Hardheid van geluid

Slide 8 - Quiz

Een lage toon heeft
A
veel trillingen
B
weinig trillingen

Slide 9 - Quiz

Frequentie is het aantal trillingen per
A
Minuut
B
Seconde
C
Uur

Slide 10 - Quiz

Een oscilloscoop maakt geluid ...
A
Hoorbaar
B
Zichtbaar

Slide 11 - Quiz

De benen van een stemvork bewegen in 10 seconden 660 keer heen en weer.
Hoe groot is de frequentie?
A
660 Hz
B
6600 Hz
C
66 Hz

Slide 12 - Quiz

Hoe hoger de frequentie hoe ...... het geluid
A
Harder
B
Hoger
C
Lager
D
Zachter

Slide 13 - Quiz

Wat heeft geen invloed op de toonhoogte van een trillende snaar?
A
De lengte van de snaar
B
De dikte van de snaar
C
De spanning van de snaar
D
De kleur van de snaar

Slide 14 - Quiz

De frequentie is het aantal trillingen per minuut
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Wat is de eenheid van frequentie?
A
Frq
B
Hr
C
Hz
D
Fq

Slide 16 - Quiz

Als de frequentie omlaag gaat, gaat de toonhoogte...
A
Omhoog
B
Omlaag
C
Verandert niet

Slide 17 - Quiz

Een snaar trilt 120 keer per minuut. Wat is de frequentie?
A
2 Hz
B
60 Hz
C
120 Hz
D
4 Hz

Slide 18 - Quiz

Wat is het frequentiebereik van het menselijk oor?
A
10Hz - 10.000Hz
B
0Hz - 100.000Hz
C
2Hz - 2.000Hz
D
20Hz - 20.000Hz

Slide 19 - Quiz

Een snaar maakt 15.000 trillingen per seconde, kan een mens dit geluid horen?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

Een oscilloscoop...
A
Kan geluid omzetten in een elektrisch signaal
B
Kan een elektrisch signaal omzetten in geluid
C
Werkt als een microfoon

Slide 21 - Quiz

Opdracht 

Slide 22 - Slide

Opdracht - uitwerking

Slide 23 - Slide

Practicum
  • Wat? Voer practicum 1 uit (blz. 66)
  • Hoe? In je groep
  • Klaar? Ruim je materialen op
  • Ook daarmee klaar? Maak 8.2 opdracht 34 + 35 + 45 t/m 51 + 57 t/m 63

Slide 24 - Slide