Woordenschatquiz blok 5 en 6

Woordenschat
nieuwsbegrip woordenschat
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Woordenschat
nieuwsbegrip woordenschat

Slide 1 - Slide

Woordenschatquiz 3

Slide 2 - Slide

Dankzij de invalsters stond er op het laatst toch nog een volwaardig show ballet op het podium.
A
volwaardig = overvol
B
volwaardig = compleet
C
volwaardig = waardig
D
volwaardig = trots

Slide 3 - Quiz

Onze coaches hebben ons verteld wat het overgangsadvies is, maar het is niet zeker of we daadwerkelijk overgaan.

A
daadwerkelijk = realistisch
B
daadwerkelijk = feitelijk

Slide 4 - Quiz

Welke woorden zijn voorbeelden van een afleiding?

A
grenswacht
B
periodiek
C
grenswacht
D
grieperig

Slide 5 - Quiz

Welk woord is EN een afleiding EN een samenstelling?
A
postzegel
B
schatkist
C
overmoedig
D
schattig

Slide 6 - Quiz

Welke afleiding past op ...?
Vannacht werd ik wakker van het ... (schreeuwen) van de buren.

A
schreeuwende
B
geschreeuw
C
schreeuwkind
D
schreeuwlelijk

Slide 7 - Quiz

Als iemand een ‘haantje’ wordt genoemd, wordt meestal bedoeld dat diegene zich bazig, macho gedraagt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Een afleiding bestaat uit twee woorden die afzonderlijk ook in een zin gebruikt kunnen worden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

'Afleiding' en 'samenstelling' zijn synoniemen van elkaar.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Een samenstelling bestaat uit twee woorden die afzonderlijk ook in een zin gebruikt kunnen worden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Afgelopen jaar is Nederlands...
A
Mij goed bevallen
B
Niet mijn favoriete vak geweest
C
Een neutraal vak geweest
D
Het allerleukste vak geweest

Slide 12 - Quiz

Volgend jaar ga ik alles....
A
Net iets anders doen
B
Precies hetzelfde doen
C
Helemaal anders aanpakken
D
Veel meer hulp vragen

Slide 13 - Quiz

Einde!

Slide 14 - Slide