REKENEN - Startrekenen Vooraf deel A (oranje) - H4 - LES 5

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Startrekenen Vooraf deel A

STARTREKENEN VOORAF deel A

les 5

Startrekenen Vooraf deel A

STARTREKENEN VOORAF deel A

les 5

boek

pen of potlood

        WAT HEB JE NODIG?  

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 5

opdracht 44

blz. 168 

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 5

opdracht 45

blz. 168 

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 5

opdracht 46

blz. 168 

Mehmet koopt 5 kaartjes voor een pretpark. Elk kaartje kost € 30.

Hoeveel moet Mehmet betalen?

5  x  € 30  =  € 150  

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 5

opdracht 47

blz. 169 

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 5

opdracht 47 b

blz. 170 

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 5

opdracht 47 c

blz. 170 

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 5

opdracht 48 a + b

blz. 171 

6 x 23 = 

2 x 67 = 

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 5

opdracht 48 c + d

blz. 171 

3 x 42 = 

7 x 51 = 

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 5

opdracht 48 e + f

blz. 171 

4 x 18 = 

5 x 74 = 

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 5

opdracht 48 g + h

blz. 171 

7 x 66 = 

3 x 85 = 

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 5

opdracht 48 i + j

blz. 171 

4 x 45 = 

8 x 58 = 

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 

opdracht 49

blz. 172 

Annabel koopt 3 hanglampen.

Hoeveel moet Annabel betalen??

3  x  € 27  =  € 81  sponzen.

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 5

opdracht 50 a

blz. 172 

Gina bestelt 4 dozen met pennen.

In elke doos zitten 48 pennen.

Hoeveel pennen bestelt Gina?

4  x  48  =  192  pennen.

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 5

opdracht 50 b

blz. 173 

Tim koopt 8 dozen met tegels.

In elke doos zitten 36 tegels.

Hoeveel tegels koopt Tim?

8  x  36  =  288  tegels.

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 5

opdracht 51

blz. 173 

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 5

opdracht 52

blz. 174 

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 5

opdracht 53 a

blz. 174 

Rita koopt 7 doosjes paperclips.

Hoeveel paperclips koopt Rita?

7  x  300  =  2100  paperclips.

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 5

opdracht 53 b

blz. 174 

Rin koopt 4 dozen met druiven.

Hoeveel gram druiven koopt Lin?

4  x  200  =  800  gram.

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 4

opdracht 54

blz. 175 

Parkeergarage De Molen heeft 3 verdiepingen.

Elke verdieping heeft 600 parkeerplaatsen.

Hoeveel parkeerplaatsen heeft de parkeergarage?

3  x  600  =  1800  parkeerplaatsen.

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 5

opdracht 55

blz. 175

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 5

opdracht 56

blz. 176

798

532

744

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 5

opdracht 57

blz. 176

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 5

opdracht 58 a

blz. 177

Peter koopt 16 stoelen voor zijn restaurant.

Hoeveel moet Peter betalen?

16  x  € 45  =  € 720  

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 5

opdracht 58 b

blz. 177

Jurriaan koopt 18 buitenlampen.

Hoeveel moet Jurriaan betalen?

18  x  € 35  =  € 648  

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 5

opdracht 59

blz. 177

In een bestelbus staan 38 dozen met elk 12 blikken soep.

Hoeveel blikken soep staan er in de bestelbus?

38  x  12  =  456 

Startrekenen Vooraf deel A

4.1 Wat is vermenigvuldigen?

les 4

maken

opdracht Test jezelf (blz. 178) tot en met Door elkaar (blz. 180)