Modale werkwoorden in het Duits

Modale werkwoorden in het Duits
1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Modale werkwoorden in het Duits

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je modale werkwoorden in het Duits identificeren en correct gebruiken.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over modale werkwoorden?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn modale werkwoorden?
Modale werkwoorden zijn werkwoorden die de betekenis van een andere werkwoord veranderen. Ze worden gebruikt om mogelijkheid, verplichting, toestemming, advies, etc. uit te drukken.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden van modale werkwoorden
Voorbeelden van modale werkwoorden zijn können (kunnen), müssen (moeten), dürfen (mogen), wollen (willen), sollen (moeten).

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

De vervoeging van modale werkwoorden
Modale werkwoorden worden altijd gevolgd door een infinitief (het hele werkwoord), en de vervoeging ervan verandert niet afhankelijk van het onderwerp.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Oefening: Vul de juiste modale werkwoorden in
Vul de juiste modale werkwoorden in de zinnen in: 1. Ich _______ Deutsch sprechen. 2. Du _______ heute nicht zur Schule gehen. 3. Er _______ das Buch lesen.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Welk modaal werkwoord betekent 'moeten' in het Duits?
A
können
B
müssen
C
wollen
D
sollen

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de betekenis van het modale werkwoord 'möchten' in het Duits?
A
willen
B
moeten
C
mogen
D
kunnen

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Hoe wordt het modale werkwoord 'dürfen' vervoegd in de ik-vorm?
A
ich durfe
B
ich dürfe
C
ich darfst
D
ich darf

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Gebruik van modale werkwoorden
Modale werkwoorden worden vaak gebruikt om advies te geven, toestemming te vragen, verplichtingen uit te drukken, etc.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Oefening: Gebruik de juiste modale werkwoorden
Gebruik de juiste modale werkwoorden in de zinnen: 1. Ich _______ ins Kino gehen. 2. Darf ich _______ das Fenster öffnen? 3. Wir _______ heute Abend fernsehen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
Modale werkwoorden veranderen de betekenis van een ander werkwoord. Ze worden gevolgd door een infinitief en worden niet vervoegd. Ze worden gebruikt om mogelijkheid, verplichting, toestemming, advies, etc. uit te drukken.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 14 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 15 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 16 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.