vwo 1 week 2 les 2

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Salut et bienvenue! 

* oefenen leesvaardigheid voor TW

* Rangtelwoorden 

* huiswerk maken

Les 6 chapitre 3 

lees mee, maak korte aantekeningen zodat je weet waar de teksten over gaan.

Van welke sporten houden Nederlanders, volgens tekst 1?

In welke maand wordt de Tour de France georganiseerd?

Voor wie is le Jeu officiel du Tour de France bedoeld?

le maillot jaune=

Hoeveel km loop je tijdens de marathon van Parijs?

Welke nationaliteit hebben de deelnemers? (4x)

Waar wordt dit spel vooral gespeeld in Frankrijk?

Tu lances le cochonnet
tu lances=

Grammaire 

de rangtelwoorden ; 1e,2e,3e, etc

Les nombres ordinaux

• Je maakt een rangtelwoord door achter het hoofdtelwoord 'ième' te zetten.
• Als een hoofdtelwoord eindigt op een 'e' dan valt deze 'e' weg. Bijvoorbeeld: quatre -> quatrième (en niet quatreième).
• Uitzonderingen:
  un - premier, première
  cinq -> cinquième
  neuf -> neuvième

Le deuxième jour

1. de eerste dag
2. de tweede dag
3. de derde dag
4. de vierde dag

pour la quatrième fois.

1. voor de vierde keer
2. voor de veertiende keer
3. voor de vijfde keer
4. voor de derde keer

Lundi, notre premier jour à l'ecole.

1. Maandag, onze tweede dag op school
2. Donderdag, onze derde dag op school
3. Maandag, jullie eerste dag op school
4. Maandag, onze eerste dag op school

Het rangtelwoord vorm je door achter het hoofdtelwoord .......... te zetten.

1. ème
2. eième
3. ième
4. aime

vijfde

1. cinqième
2. quatrième
3. cinquème
4. cinquième

derde

1. troisième
2. troizième
3. treizième
4. treizeième

negende

1. huitième
2. neuvième
3. neufième
4. neuvème

Au boulot! 

Ga nu aan de slag met het maken van oef 1 t/m 6 van les 6 chapitre 3.