H1 par. 4.1 De rechten van de ministers en de 1e en 2e kamer



Het Parlement



1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson



Het Parlement



Slide 1 - Slide

Parlement:

1e kamer: getrapt gekozen via Provinciale Staten 75 leden
2e kamer: rechtstreeks gekozen door de kiezer 150 leden

Slide 2 - Slide

1e kamer:
* recht van budget
* recht van interpellatie
* recht van enquête
budget
inkomsten en uitgaven van de staat controleren en deze als wet goed- of afkeuren
enquête
Uitgebreid onderzoek door het parlement. Getuigen staan onder ede!
Interpellatie
Minister ondervragen over een besluit of uitspraak. De minister moet komen in het parlement!

Slide 3 - Slide

2e kamer:
* Recht van initiatief
* Recht van amendement

+
* Recht van budget
* Recht van interpellatie
* Recht van enquête
Initiatief
recht om te komen met een nieuw wetsvoorstel; een minister heeft dit recht ook.
amendement
Recht om wetsvoorstellen te wijzigen

Slide 4 - Slide

controlerend / wetgevend?
initiatief: wetgevend
amendement: wetgevend
budget: wetgevend
interpellatie: controlerend
enquete: controlerend

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Prinsjesdag is op
A
altijd op 18 september
B
even/oneven jaar verschillend
C
3e dinsdag van september
D
200 dagen na pasen

Slide 7 - Quiz

recht van initiatief
A
1e kamer
B
1e en 2e kamer
C
2e kamer
D
2e kamer en regering

Slide 8 - Quiz

Recht van enquête
A
alleen 1e kamer
B
alleen 2e kamer
C
zowel 1e als 2e kamer
D
alleen de regering

Slide 9 - Quiz

Recht van budget:
A
goedkeuren of afkeuren van een wetsvoorstel
B
recht van de regering om geld uit te geven
C
controlerende bevoegdheid van het parlement

Slide 10 - Quiz

Volk wordt vertegenwoordigd
A
in het parlement
B
parlement, Provinciale Staten
C
parlement, Provinciale Staten en Gemeenteraad

Slide 11 - Quiz

Aan het werk!
met het bestand waar je je toets mee voorbereid

Slide 12 - Slide