2ha5 herhaling spelling 3-6

Oefeningen Spelling
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Oefeningen Spelling

Slide 1 - Slide

Wat is het meervoud van:
porie
A
poriën
B
porieën

Slide 2 - Quiz

Wat is het meervoud van:
baby
A
babies
B
babys
C
baby's

Slide 3 - Quiz

Wat is het meervoud van:
loverboy
A
loverboys
B
loverboy's

Slide 4 - Quiz

Wat is het meervoud van:
perzik
A
perzikken
B
perziken

Slide 5 - Quiz

Wat is het meervoud van:
radio
A
radioos
B
radio's
C
radios

Slide 6 - Quiz

Wat is de juiste samentrekking?
brommerstalling en fietsenstalling
A
brommer en fietsenstalling
B
-stalling en fietsenstalling
C
brommer- en fietsenstalling
D
brommerstalling en -stalling

Slide 7 - Quiz

Wat is de juiste samentrekking?
hoge bergen en lage bergen
A
hoge- en lage bergen
B
hoge en lage bergen
C
hoge bergen en lage

Slide 8 - Quiz

Welke vorm is juist?
A
cd-tje
B
cd'tje

Slide 9 - Quiz

Welke vorm is juist?
A
't regent
B
t' regent

Slide 10 - Quiz

Welke vorm is juist?
A
Hans's computer
B
Hans computer
C
Hans' computer

Slide 11 - Quiz

Welke vorm is juist?
A
hobbytje
B
hobby'tje
C
hobbietje

Slide 12 - Quiz

Welke vorm is juist?


A
geboortenplaats
B
geboorteplaats

Slide 13 - Quiz

Welke vorm is juist?
A
schattebout
B
schattenbout

Slide 14 - Quiz

Welke vorm is juist?
A
tomatensoep
B
tomatesoep

Slide 15 - Quiz

Welke vorm is juist?
A
beresterk
B
berensterk

Slide 16 - Quiz

De computers waren stuk.
..... zijn nu gemaakt.
A
alle
B
allen

Slide 17 - Quiz

...... gaan vandaag weer naar het zwembad
A
sommige
B
sommigen

Slide 18 - Quiz

Mijn ... vriendinnen houden erg van voetbal.
A
andere
B
anderen

Slide 19 - Quiz

Goed of fout?
'Kom op', zei Marian, 'ik geef je wel een pleister.'
A
Goed
B
Fout

Slide 20 - Quiz

Goed of fout?
'De vraag is', zei Rens', wie wordt de volgende?'
A
Goed
B
Fout

Slide 21 - Quiz

Goed of fout?
Ik ben gevallen, en heb erg veel pijn.
A
Goed
B
Fout

Slide 22 - Quiz

Welke vorm is juist:
Ik ga mijn .... even opstropen.
A
mauwen
B
mouwen

Slide 23 - Quiz

Welke vorm is juist?
De ..... van de baby was erg vies.
A
slap
B
slab

Slide 24 - Quiz

Welke vorm is juist?
Die .... zijn niet verkrijgbaar.
A
producten
B
produkten

Slide 25 - Quiz

En? hoe ging het?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Welke voorbereidingen zijn er nog nodig voor de toets?

Slide 27 - Open question

Opdracht Classroom
- Ga naar Classroom, kijk onder kopje spelling 
Open het document (foutentekst spelling)
- Verbeter in je eigen document alle spelfouten (p.s. je kunt hier niet vertrouwen op de spellingscontrole :-()

- Nakijken eigen werk

Slide 28 - Slide