Zintuiglijke geheugen: alle prikkels die via je zintuigen binnenkomen, blijven maar één tot drie seconden in je zintuiglijke geheugen.
Werkgeheugen: je werkgeheugen houdt nieuwe informatie 5 tot 20 seconden vast. Doe je er niets mee? Dan verdwijnt die informatie weer uit je geheugen.
Langetermijngeheugen: alleen informatie die je actief verwerkt, komt in je langetermijngeheugen terecht. Je kunt deze kennis ophalen als dit nodig is, bijvoorbeeld tijdens een toets.