Leerstrategieen - studievaardigheden

1 / 30
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1,3

This lesson contains 30 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

voor de mentor
info
te theoretisch voor de lln

Slide 2 - Slide

Studievaardigheden  
  • Wat zijn studievaardigheden?

Slide 3 - Slide

Studievaardigheden  
  • Wat zijn studievaardigheden?
  • Bv. kaart lezen, bronnen lezen en toepassen, informatie opzoeken op het Internet.

Slide 4 - Slide

Studievaardigheden  
  • Wat zijn studievaardigheden?
  • Bv. kaart lezen, bronnen lezen en toepassen, informatie opzoeken op het Internet.
  • In het begin kost dat wel moeite, maar naarmate je dit vaker doet, gaat het steeds meer vanzelf.

Slide 5 - Slide

Leerstrategieen
  • Wat zijn leerstrategieen?

Slide 6 - Slide

Leerstrategieen
  • Wat zijn leerstrategieen?
  • Leerstrategieën zijn concrete manieren van leren die je bewust kunt inzetten om het leren zo soepel mogelijk te laten verlopen. 

Slide 7 - Slide

Leerstrategieen
  • Wat zijn leerstrategieen?
  • Leerstrategieën zijn concrete manieren van leren die je bewust kunt inzetten om het leren zo soepel mogelijk te laten verlopen. 
  • Je zet een leerstrategie actief en bewust in.

Slide 8 - Slide

Leerstrategieen
  • Wat zijn leerstrategieen?
  • Leerstrategieën zijn concrete manieren van leren die je bewust kunt inzetten om het leren zo soepel mogelijk te laten verlopen. 
  • Je zet een leerstrategie actief en bewust in. 
  • Bv: plannen van een opdracht, het terugkijken op fouten en het verbinden van zelfbedachte voorbeelden aan de leerstof.

Slide 9 - Slide

Leerstrategieen
  • Wat zijn leerstrategieen?
  • Leerstrategieën zijn concrete manieren van leren die je bewust kunt inzetten om het leren zo soepel mogelijk te laten verlopen. 
  • Je zet een leerstrategie actief en bewust in. 
  • Bv: plannen van een opdracht, het terugkijken op fouten en het verbinden van zelfbedachte voorbeelden aan de leerstof. 
  • Dat vereist allemaal een actieve, bewuste inspanning.

Slide 10 - Slide

Welke leerstrategieen zijn er?
  • Selecteren: markeren, onderstrepen. Onderscheid maken tussen  belangrijke en minder belangrijke gedeeltes.

Slide 11 - Slide

Welke leerstrategieen zijn er?
  • Selecteren: markeren, onderstrepen. Onderscheid maken tussen  belangrijke en minder belangrijke gedeeltes.
  • Relateren: nieuwe informatie in verband proberen te brengen met wat je al weet.

Slide 12 - Slide

Welke leerstrategieen zijn er?
  • Selecteren: markeren, onderstrepen. Onderscheid maken tussen  belangrijke en minder belangrijke gedeeltes.
  • Relateren: nieuwe informatie in verband proberen te brengen met wat je al weet.
  • Structeren: samenvattingen, schema's, mindmaps.

Slide 13 - Slide

Welke leerstrategieen zijn er?
  • Selecteren: markeren, onderstrepen. Onderscheid maken tussen  belangrijke en minder belangrijke gedeeltes.
  • Relateren: nieuwe informatie in verband proberen te brengen met wat je al weet.
  • Structureren: samenvattingen, schema's, mindmaps.
  • Kritisch verwerken: persoonlijke stelling innemen.

Slide 14 - Slide

Welke leerstrategieen zijn er?
  • Selecteren: markeren, onderstrepen. Onderscheid maken tussen  belangrijke en minder belangrijke gedeeltes.
  • Relateren: nieuwe informatie in verband proberen te brengen met wat je al weet.
  • Structeren: samenvattingen, schema's, mindmaps.
  • Kritisch verwerken: persoonlijke stelling innemen.
  • Concretiseren: zelf op zoek gaan naar voorbeelden.

Slide 15 - Slide

Welke leerstrategieen zijn er?
  • Selecteren: markeren, onderstrepen. Onderscheid maken tussen  belangrijke en minder belangrijke gedeeltes.
  • Relateren: nieuwe informatie in verband proberen te brengen met wat je al weet.
  • Structeren: samenvattingen, schema's, mindmaps.
  • Kritisch verwerken: persoonlijke stelling innemen.
  • Concretiseren: zelf op zoek gaan naar voorbeelden.
  • Toepassen: zelf toepassingen maken om de leerstof beter te begrijpen.

Slide 16 - Slide

Algemeen:
  • Plannen en voorspellen: wanneer doe je wat en hoe lang doe je erover

Slide 17 - Slide

Algemeen:
  • Plannen en voorspellen: wanneer doe je wat en hoe lang doe je erover?
  • Monitoren en controleren: bekijken en bijhouden van je werk en het controleren daarvan

Slide 18 - Slide

Algemeen:
  • Plannen en voorspellen: wanneer doe je wat en hoe lang doe je erover?
  • Monitoren en controleren: bekijken en bijhouden van je werk en het controleren daarvan.
  • Evalueren en reflecteren: na de toets bekijken wat ging goed en fout en daarmee aan de slag gaan.

Slide 19 - Slide

Algemeen:
  • Plannen en voorspellen: wanneer doe je wat en hoe lang doe je erover?
  • Monitoren en controleren: bekijken en bijhouden van je werk en het controleren daarvan.
  • Evalueren en reflecteren: na de toets bekijken wat ging goed en fout en daarmee aan de slag gaan.
  • Herhalen: herhalen van bovenstaande punten.

Slide 20 - Slide

Tips voor plannen en organiseren:
1. Schrijf alles op in een agenda: afspraken, toetsen, vrije tijd, sport, verslagen, PO’s, lessen. Dit biedt structuur. 

Slide 21 - Slide

Tips voor plannen en organiseren:
1. Schrijf alles op in een agenda: afspraken, toetsen, vrije tijd, sport, verslagen, PO’s, lessen. Dit biedt structuur. 
2. Weekplanner/ what to do list. Afvinken wanneer je een taak afhebt. Dit geeft zelfvertrouwen! 

Slide 22 - Slide

Tips voor plannen en organiseren:
1. Schrijf alles op in een agenda: afspraken, toetsen, vrije tijd, sport, verslagen, PO’s, lessen. Dit biedt structuur. 
2. Weekplanner/ what to do list. Afvinken wanneer je een taak afhebt. Dit geeft zelfvertrouwen! 
3. Markeer met verschillende kleurtjes. Bv. geel = lessen, groen = toetsen, ect.
 

Slide 23 - Slide

4. Kijk vooruit: niet alleen naar wat je morgen moet doen, maar ook naar de dagen die daarna volgen. 

Slide 24 - Slide

4. Kijk vooruit: niet alleen naar wat je morgen moet doen, maar ook naar de dagen die daarna volgen. 
5. Houd rekening met je planning; doe wat meer in de dagen dat het rustig is. 

Slide 25 - Slide

4. Kijk vooruit: niet alleen naar wat je morgen moet doen, maar ook naar de dagen die daarna volgen. 
5. Houd rekening met je planning; doe wat meer in de dagen dat het rustig is. 6. Discipline is nodig! 

Slide 26 - Slide

4. Kijk vooruit: niet alleen naar wat je morgen moet doen, maar ook naar de dagen die daarna volgen. 
5. Houd rekening met je planning; doe wat meer in de dagen dat het rustig is. 
6. Discipline is nodig! 
7. Beloon jezelf! 

Slide 27 - Slide

Oefenen met leerstrategieen 
- structureren: samenvatten of mindmap
- toepassen:  formule toepassen in nieuwe situaties.

Slide 28 - Slide

Structureren: maken van een samenvatting
  • Actieve vorm van leren. 
  • Je kan direct nagaan of je de inhoud van de leerstof goed begrijpt. 
  • Je verwerkt de leerstof door deze in je eigen woorden op te schrijven. 
  • Alles bij elkaar zorgt er voor dat je de leerstof beter opslaat in je geheugen. 

Slide 29 - Slide

Hoe maak je een samenvatting:
  1. Lees de tekst één keer zorgvuldig door. Let daarbij op de titels, kopjes en (eventuele) afbeeldingen.
2. Indien er kopjes zijn, ga dan per kopje na wat de kern is. 
3. Schrijf per kopje in je eigen woorden op wat je hebt gelezen.  
4. Controleer op het eind of je alle belangrijke informatie in jouw samenvatting hebt verwerkt en of je nog dingen mist. 

Slide 30 - Slide