What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
foutieve samentrekking
formuleren
korte herhaling
dat/als constructie
foutieve samentrekking
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
formuleren
korte herhaling
dat/als constructie
foutieve samentrekking
Slide 1 - Slide
Een stelletje oproerkraaiers heeft gisteren de politie belaagd.
A
Deze zin is congruent.
B
Deze zin is incongruent.
Slide 2 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
de vergrote foto
B
de vergroote foto
C
de vergrotte foto
D
de vergrootte foto
Slide 3 - Quiz
Dat/als-constructie
1. Mijn moeder beweert
dat als
ik niet elke week mijn kamer opruim het een zwijnenstal wordt.
2. Mijn broertje denkt
dat als
hij stil en lief zit te spelen mijn vader hem langer op laat blijven.
Hoe los je dit op? Zet de voorwaarde achteraan
Slide 4 - Slide
Dat/als-constructie
1. Mijn moeder beweert
dat als
ik niet elke week mijn kamer opruim het een zwijnenstal wordt.
1. Mijn moeder beweert
dat
het een zwijnenstal wordt,
als
ik niet elke week mijn kamer opruim.
Hoe los je dit op? Zet de voorwaarde achteraan
(...dat
bladiebla
, als
bladiebla
)
Slide 5 - Slide
Dat/als-constructie
2. Mijn broertje denkt
dat als
hij stil en lief zit te spelen mijn vader hem langer op laat blijven.
2. Mijn broertje denkt
dat
mijn vader hem langer op laat blijven,
als
hij stil en lief zit te spelen.
Hoe los je dit op? Verplaats de voorwaarde naar achteren (als)
Slide 6 - Slide
Andere varianten van dezelfde fout:
...(om)dat als...
(om)dat wanneer...
...omdat indien...
...zodat als...
...zodat wanneer...
Slide 7 - Slide
Sinterklaas had acht bier en een mijter op.
A
foute zin
B
goede zin
Slide 8 - Quiz
De Eerste Kamer heeft de wet aangenomen en geldt vanaf 1 januari.
A
Juiste samentrekking
B
onjuiste samentrekking
Slide 9 - Quiz
Formuleren - foutieve samentrekking
Aan het eind van deze les:
weet je wat een foutieve samentrekking is
kun je een foutieve samentrekking verbeteren
Slide 10 - Slide
Wie weet nog wat een samentrekking is?
Aan het eind van deze les:
weet je wat een foutieve samentrekking is
kun je een foutieve samentrekking verbeteren
Slide 11 - Slide
Voorwaarde, de woorden moeten:
- Hetzelfde getal hebben (enkelvoud/meervoud)
- Dezelfde betekenis hebben
- Dezelfde functie hebben (onderwerp, lijd. vw, meew. vw, enz.)
- Bij woordsoortbenoeming dezelfde woordsoort zijn
Slide 12 - Slide
Hetzelfde getal (ev/mv)
De jongens kiezen voor yoghurtijs en ik voor vanille-ijs.
Slide 13 - Slide
Hetzelfde getal (ev/mv)
De jongens kiezen voor yoghurtijs en ik voor vanille-ijs.
Moet zijn:
De jongens kiezen voor yoghurtijs en ik kies voor vanille-ijs.
Slide 14 - Slide
Dezelfde betekenis
Axel bracht Bente na het werk naar huis en de rest van de avond luierend op de bank door.
Slide 15 - Slide
Dezelfde betekenis
Axel bracht Bente na het werk naar huis en de rest van de avond luierend op de bank door.
Moet zijn:
Axel bracht Bente na het werk naar huis en bracht de rest van de avond luierend op de bank door. (Brengen vs. doorbrengen)
Slide 16 - Slide
Dezelfde functie
Dit boek kost vijftien euro en wil ik kopen.
Slide 17 - Slide
Dezelfde functie
Dit boek kost vijftien euro en wil ik kopen.
Moet zijn:
Dit boek kost vijftien euro en ik wil het boek kopen (ow vs. lv).
Slide 18 - Slide
Dezelfde woordsoort
Marieke heeft hoofdpijn en een blessure aan haar pols opgelopen.
Slide 19 - Slide
Dezelfde woordsoort
Marieke heeft hoofdpijn en een blessure aan haar pols opgelopen.
Moet zijn:
Marieke heeft hoofdpijn en heeft een blessure aan haar pols opgelopen. (pv vs. hww)
Slide 20 - Slide
Stappenplan:
1. vul de weggelaten woorden in;
2. kijk of het voldoet aan de 3 voorwaarden;
zo ja --> zo laten;
zo nee --> de zin aanpassen.
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Trix is moe en ziek gemeld door haar moeder.
De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal
Slide 23 - Quiz
Deze film kreeg een internationale prijs en heb ik vandaag in de bioscoop gezien.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal
Slide 24 - Quiz
Mijn vader houdt van metal en mijn broers ook.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal
Slide 25 - Quiz
Wij bieden u een baan aan en hopen u volgende week te zien.
De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal
Slide 26 - Quiz
De conciërge zet de kratten frisdrank in het magazijn en daarna de vaatwasser uit.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal
Slide 27 - Quiz
De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.
De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal
Slide 28 - Quiz
Liesbeth is keeper en veel te vinden op het trainingsveld.
De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.
Wij bieden u een baan aan en hopen u volgende week te zien.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal
Slide 29 - Quiz
Mijn neven en nichten krijgen wel tien cadeautjes met kerst, maar ik slechts eentje.
De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal
Slide 30 - Quiz
Veel sporters vonden het benauwd in de sporthal en wilden enkele deuren openzetten.
De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal
Slide 31 - Quiz
De ouders worden ingelicht over de werkweek en de docent over de begeleiding.
De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal
Slide 32 - Quiz
More lessons like this
Hoofdstuk 4 - les 7
October 2024
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Foutieve samentrekking H2 Formuleren
August 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
HA 3 Foutieve samentrekkingen
September 2023
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
foutieve samentrekking
January 2021
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
foutieve samentrekking
February 2021
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
foutieve samentrekking
February 2021
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H2 Formuleren
May 2022
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H2 Formuleren: (foutieve) samentrekking
December 2021
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3