Opdracht voor donderdag:
Jij gebruikt deze week (maandag, dinsdag, woensdag) zowel een moeilijk woord uit Kern Nederlands als een spreekwoord of gezegde.
Je gebruikt beide één keer op school richting een docent en één keer thuis.
Spreekwoord: scan de code en kies een
spreekwoord uit de lijst op basis van de eerste
letter van je voor- of achternaam.