woorden in context (stap 7) introductie en les 1

1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide


Slide 2 - Open question

Start stap 7!

Hoe afronden:
1. Zakelijke brief aan Mark Kwakman, directeur Bornegocollege (over jouw ideale school)
2. Woordenschattoets ( woorden uit stap  2 + 7)

Slide 3 - Slide

Je kunt een tekst toetsen op formeel taalgebruik op woordniveau, zinsniveau en tekstniveau.

Je kunt een informele tekst formeel herschrijven

Slide 4 - Slide

Wat weet jij over woorden?


Van informeel naar formeel


Oefenen met formeel en informeel schrijven

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Engels
Frans
Nederlands
Chinees
Japans
Welke taal heeft de meeste woorden in het woordenboek? Sleep het aantal woorden naar de juiste taal.
500.000 woorden
430.000 woorden
370.000 woorden
171.476 woorden
100.000 woorden

Slide 7 - Drag question

Hoeveel procent van de verschillende woorden moet je kennen om een tekst te begrijpen?
A
60%
B
70%
C
80%
D
90%

Slide 8 - Quiz

Hoe groot moet je woordenschat zijn om je later zelfstandig te kunnen redden?
A
7.000 woorden
B
12.000 woorden
C
20.000 woorden
D
60.000 woorden

Slide 9 - Quiz

Wat is de herkomst van
iemand links laten liggen
A
de meesten schrijven met rechts, dus links is dan minder
B
links betekent in het Latijn 'negeren'
C
Alles wat van links kwam, was vroeger slecht. Daar kijk je liever niet naar.
D
De vroegere koning in Nederland was blind aan zijn linkeroog. Hij zag dus niet wat links van hem was.

Slide 10 - Quiz

Wat is de herkomst van
door het oog van de naald kruipen
A
Het is heel lastig om een draad door het oog van een naald te doen
B
In het Romeinse Rijk noemden ze grotten ogen van naalden. Je wist nooit of er gevaar in dreigde.
C
Omdat kamelen waarschijnlijk alleen kruipend door de poorten uit het Bijbelse Jeruzalem konden komen
D
Als je een draad door het oog hebt, kun je pas verder.

Slide 11 - Quiz

accepteren
watermerk
moralistisch
primair
minachting
dialoog
willekeurig
auteur
boekenbranche
ergo
schrijver
geen gunstige mening hebben over iets
organisaties die bepaalde overeenkomsten vertonen op het gebied van de productietechniek en de geleverde producten (in dit geval boeken)
op de eerste plaats
een levensbeschouwing waaruit alles volgens onwrikbare ideeën over goed en kwaad wordt beoordeeld
bij doorvallend licht helder afstekende figuur in papier
gesprek tussen 2 of meer personen
aannemen
zomaar gekozen
daarom

Slide 12 - Drag question

ELO (stap 7)
huiswerk / te doen tijdens les:

- Modulewijzer doorlezen
- WIC ibook downloaden
- vooraf maken
- blok 1 woordenlijst maken


Slide 13 - Slide