This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 180 min
Items in this lesson
HECHTING
Slide 1 - Slide
Hechting
'Hechting is een proces van interactie tussen een kind en een of meer van zijn opvoeders dat leidt tot een duurzame affectieve relatie' (definitie NJI, 2021).
Slide 2 - Slide
Veilige hechting
Een kind/jongere die veilig gehecht is heeft tijdens de kinderjaren ervaren dat tenminste één van zijn verzorgers er onvoorwaardelijk voor hem/haar is.
Een goede gehechtheid tussen ouders en kinderen vormt de basis voor een kind om te groeien in zijn ontwikkeling.
Slide 3 - Slide
Voorwaarden voor veilige hechting
Sensitief reageren: ouder staat open voor signalen van het kind, begrijpt de signalen en reageert snel en agequaat.
Continuïteit: er is continuïteit in de aanwezigheid van de gehechtheidspersoon nodig.
Mentaliseren: ouder verplaatst zich in het perspectief van het kind en verwoordt dat ook.
Slide 4 - Slide
Veiligheid creëer je door onder andere...
Vertrouwen opbouwen
Grenzen stellen
Ben jezelf, doe niet "nep"
Voorspelbaarheid
Structuur
Voorbeeldfunctie
Sensitief en responsief reageren
Inspelen op behoeften van het kind/jongere
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Risicofactoren tijdens het hechtingsproces
Slide 7 - Slide
Beschermende factoren tijdens het hechtingsproces
Slide 8 - Slide
Hechtingsproblematiek
Volgens Mary Ainsworth 4 patronen van hechting:
Veilig gehecht: goede balans exploratiedrang en gehechtheidsgedrag.
Vermijdend gehecht: negeren of vermijden de opvoeder en gedragen zich "zelfstandig".
Angstig-ambivalent (afwerend) gehecht: weinig geneigd zelfstandig activiteiten uit te voeren, afwezigheid opvoeder leidt tot angst, terugkeer van boosheid en verontwaardiging.
Gepreoccupeerd (gedesorganiseerd) gehecht: zoeken enigszins toenadering, tegelijkertijd levert dat stress en angst op.
Slide 9 - Slide
Hechtingsproblematiek vs. hechtingsstoornis
Kind/jongere die niet goed gehecht is heeft niet meteen een hechtingsstoornis.
25 - 30 % van de Nederlandse bevolking is niet volledig veilig gehecht.
1 % van de Nederlandse bevolking heeft een hechtingsstoornis.
Slide 10 - Slide
Hechtingsstoornis
Volgens DSM-5 te classifiseren onder de categorie "reactieve hechtingsstoornis".
Kind heeft geen duidelijk aanwijsbaar hechtingsfiguur, heeft dus geen gehechtheidsrelatie gevormd.
Onderscheid twee type:
Ongeremde type
Geremde type
Slide 11 - Slide
Geremde type
Vermijden van fysiek contact
Een sterke drang naar onafhankelijkheid
Wantrouwend
Gespannen, nerveuze indruk
Weinig belangstelling voor leren en de toekomst
Slide 12 - Slide
Ongeremde type
Zoekt steeds vertrouwen
Hecht zich te snel en te sterk aan mensen
Lichamelijk aanhankelijk
Vraagt veel negatieve aandacht
Reageert niet goed op straf
Slide 13 - Slide
Beeldmateriaal over Celine
Wat valt je op tijdens het kijken?
Welke vragen komen er in jou op?
Welk gevoel heb jij bij Celine?
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Begeleiding van kinderen/jongeren met hechtingsstoornis
Het bieden van veiligheid staat centraal.
Kinderen/jongeren missen hun vertrouwen in zichzelf en de wereld.
Slide 16 - Slide
Hoe bouw je een veilige gehechtheidsrelatie met een jeugdige op?
- Do's: bedenk met elkaar wat belangrijk is en wat je kunt doen.
- Don'ts; bedenk met elkaar wat je juist niet moet doen.
- Tips voor het omgaan met opstandig gedrag.
Slide 17 - Slide
Erkende interventies
Ga op onderzoek uit!
NJI
Slide 18 - Slide
Zijn er nu kinderen uit je stage waaraan je denkt?
Slide 19 - Open question
Wat neem je nu mee in de begeleiding van kinderen/jongeren met een hechtingsstoornis.