Tijdvak 7: Les 2 de verlichting

De Verlichting
(deze les sluit aan bij TvG 6.3)
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisBasisschoolGroep 8

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

De Verlichting
(deze les sluit aan bij TvG 6.3)

Slide 1 - Slide


De Verlichting
vanaf ±1700



  • Een periode waarin mensen hun kennis (willen) vergroten, door steeds meer uit te gaan van het verstand (rede, ratio)
  • Ze hadden de hulp van God niet meer nodig
  • Hierdoor krijgen mensen ook meer kritiek op de koning, de Kerk en de adel.

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kent het verschil tussen empirisme en rationalisme
  • Je kunt uitleggen dat de Verlichting een gevolg is van de Wetenschappelijk Revolutie
  • Je kunt belangrijke thema's van verlichtingsdenken noemen, en daar voorbeelden bij geven


Slide 3 - Slide

Terugblik
- Renaissance: er kwam weer interesse naar onderzoek en wetenschap uit de oudheid
- Wetenschappelijke Revolutie: mensen begonnen onderzoek uit te breiden, en deden steeds meer ontdekkingen.

Slide 4 - Slide

Kennis
Wetenschappelijke Revolutie:
  • Empirisme: kennis door waarneming
  • Rationalisme: kennis door het gebruik van de rede (het verstand)

Slide 5 - Slide

Wat is rationeel denken?
A
Alles uitproberen wat je bedenkt
B
Je ideeën te bepalen door aan een rad te draaien
C
Met je verstand alles proberen te verklaren
D
Denken door te luisteren naar de kerk

Slide 6 - Quiz

Je gaat zo een filmpje bekijken over wat de Verlichting is. De volgende denkers komen aanbod:
  • Montesquieu
  • Rousseau
  • Locke
  • Smith
  • Diderot
  • Spinoza
  • Voltaire 


Schrijf de namen over  op een kladblaadje. 

Als je het filmpje kijkt maak je aantekeningen. 

Waar staat welke denker voor? 

Deze informatie heb je nodig voor sheet 9.  

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

'God heeft de wereld gemaakt, maar heeft er geen invloed op.'
'Het volk geeft macht aan de koning, maar mag deze bij slecht bestuur afzetten.'
'Scheiding van de machten om machtsmisbruik te voorkomen.'
'Volksvertegenwoordiging zorgt dat de wil van het volk wordt uitgevoerd.'
 Welke verlichter had welk idee?
Voltaire
John Locke
Montesquieu
Rousseau

Slide 9 - Drag question

Hoe ontstond een veranderings-idee?
  • De wetenschappelijke revolutie 1650-1800 (H3!)
  • Als gevolg van de wetenschappelijke revolutie
  • Zelf nadenken, niet alles zomaar geloven (ratio gebruiken)
De Verlichting
De ideeën van de Verlichting
  1. Mensen horen vrij te zijn en mensenrechten te hebben.
  2. Meer macht voor het volk (meer democratie en een grondwet)
  3. Scheiding van kerk, staat en rechtspraak
  4. Het verstand is belangrijk en moet goed gebruikt worden door iedereen.

Slide 10 - Slide

Verlicht denker of niet?
Bekijk onderstaande zinnen en bedenk of ze wel of niet van een Verlichte denker zouden zijn.

Waarom wel / niet?
'Emotie is het allerbelangrijkste in het menselijk bestaan'

'De koning zou zijn macht moeten delen met een parlement'

'Je moet wel nadenken over jouw geloof, maar de Kerk heeft altijd gelijk.'

'Niet iedereen is gelijk.'
1
2
3
4

Slide 11 - Slide

De Verlichters en het geloof
Verlichters
  • God heeft de aarde gemaakt, maar grijpt niet in.
  • Er is niet 1 waar geloof

Gevolg
  • Voor godsdienstvrijheid
  • Tegen een grote invloed van de kerk
Voltaire. (Fr.1694-1778)

Slide 12 - Slide

De Verlichters en gelijkheid
Verlichters
  • Mensen zijn gelijk en vrij

Gevolg
  • Tegen standenmaatschappij
  • Tegen slavernij/slavenhandel (Abolitionisme)

Slide 13 - Slide

De Verlichters en politiek I
Verlichters
  • Een koning is er voor het volk
  • Het volk mag een slechte koning afzetten
  • De echte macht ligt bij het volk

Gevolg
  • Tegen absolutisme
  • Voor inspraak/democratie

Slide 14 - Slide

Reactie koningen
Ideeën van de Verlichting verbieden

Of

Sommige ideeën overnemen, zolang de vorst alle macht houdt.
= Verlicht absolutisme

Slide 15 - Slide

Wat is volgens jou de beste omschrijving van de Verlichting?
A
Er ging bij mensen een lichtje branden
B
Mensen begonnen weer zelf na te denken
C
De TL- verlichting werd uitgevonden
D
Huh? Wat is de verlichting?

Slide 16 - Quiz

Het volgende begrip past het best bij de Verlichting...
A
verstand
B
Renaissance
C
ontdekkingsreizen
D
Grieken

Slide 17 - Quiz

Bij Verlichting past het volgende begrip...
A
oorlog
B
gelijkheid
C
absolutisme
D
socialisme

Slide 18 - Quiz

Welke van de filosofen hoort niet bij de Verlichting?
A
Adam Smith
B
Voltaire
C
Rousseau
D
Karl Marx

Slide 19 - Quiz

Trias Politica betekent ...
A
alleenheerschappij
B
scheiding der machten
C
vrijheid
D
Montesquieu

Slide 20 - Quiz