Je staat in de winkel en bent net aan de beurt, maar iemand anders kruipt voor.
Subassertief: je zegt niets, maar wacht af tot de ander zijn boodschappen heeft gedaan.
Agressief: je valt uit tegen degene die voordringt: ‘Bent u nou helemaal. Ik sta hier ook niet voor niets. U moet net zo goed op uw beurt wachten als iedereen. Kom nou, ik was eerst!’
Assertief: je zegt rustig en beslist: ‘Sorry, maar ik was voor u aan de beurt, ik stond hier het eerst. Zou u nog even willen wachten?’