Werkwoordspelling zwakke werkwoorden

Hoe was het ook alweer?
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoe was het ook alweer?

Slide 1 - Slide

Het ezelsbruggetje
  TaXi KoFSCHiP 
gebruik je alleen bij zwakke werkwoorden in de verleden tijd

Slide 2 - Slide

De werkwoordstam vind je door van het hele werkwoord EN af te halen.
 Wat je overhoudt, is de werkwoordstam of ook wel de stam.

Sommige hele werkwoorden hebben dubbele medeklinkers. We halen er dan ook één medeklinker af.

Slide 3 - Slide

Als de stam van een zwak werkwoord eindigt op één van de letters t, k, f, s, ch, p uit TaXi KoFSCHiP, dan krijg je in de verleden tijd stam + te of stam + ten.

Slide 4 - Slide

Als de stam van een zwak werkwoord eindigt op een letter die NIET in TaXi KoFSCHiP voorkomt (dus niet op t, k, f, s, ch, p), dan krijg je in de verleden tijd stam + de of stam + den.

Slide 5 - Slide

De meisjes .... (dromen) vroeger over katjes.

Slide 6 - Open question

Vorige week ... (dweilen) ik de vloer.

Slide 7 - Open question

Yvonne ... (beloven) vorig jaar dat zij de vakantie zou regelen.

Slide 8 - Open question

Wij .... (planten) gisteren de struiken in de tuin.

Slide 9 - Open question

Je .... (hopen) vorige maand dat jij een groot cadeau zou krijgen.

Slide 10 - Open question

De winkeliers ... (repareren) gisteren de kapotte winkelruit.

Slide 11 - Open question

Vorige week ... (antwoorden) wij op de brief van de burgemeester.

Slide 12 - Open question

Waarom ... (haten) jij mij op de basisschool?

Slide 13 - Open question

De honden ... (bedanken) hun baasje door hem te likken.

Slide 14 - Open question

Toen ... (verbazen) jij mij met dat mooie cijfer.

Slide 15 - Open question