This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Hoe was het ook alweer?
Slide 1 - Slide
Het ezelsbruggetje
TaXi KoFSCHiP
gebruik je alleen bij zwakke werkwoorden in de verleden tijd
Slide 2 - Slide
Zwakke werkwoorden veranderen in de verleden NIET van klank!!!
Slide 3 - Slide
De werkwoordstam vind je door van het hele werkwoord EN af te halen.
Wat je overhoudt, is de werkwoordstam of ook wel de stam.
Sommige hele werkwoorden hebben dubbele medeklinkers. We halen er dan ook één medeklinker af.
Slide 4 - Slide
Als de stam van een zwak werkwoord eindigt op één van de letters t, k, f, s, ch, p uit TaXi KoFSCHiP, dan krijg je in de verleden tijd stam + te of stam + ten.
Slide 5 - Slide
Als de stam van een zwak werkwoord eindigt op een letter die NIET in TaXi KoFSCHiP voorkomt (dus niet op t, k, f, s, ch, p), dan krijg je in de verleden tijd stam + de of stam + den.
Slide 6 - Slide
De meisjes .... (dromen) vroeger over katjes.
Slide 7 - Open question
Vorige week ... (dweilen) ik de vloer.
Slide 8 - Open question
Yvonne ... (beloven) vorig jaar dat zij de vakantie zou regelen.
Slide 9 - Open question
Wij .... (planten) gisteren de struiken in de tuin.
Slide 10 - Open question
Je .... (hopen) vorige maand dat jij een groot cadeau zou krijgen.
Slide 11 - Open question
De winkeliers ... (repareren) gisteren de kapotte winkelruit.
Slide 12 - Open question
Vorige week ... (antwoorden) wij op de brief van de burgemeester.
Slide 13 - Open question
Waarom ... (haten) jij mij op de basisschool?
Slide 14 - Open question
De honden ... (bedanken) hun baasje door hem te likken.
Slide 15 - Open question
Toen ... (verbazen) jij mij met dat mooie cijfer.
Slide 16 - Open question
Zij .... (fietsen) vorige samen naar Amsterdam.
Slide 17 - Open question
Toen ... (begroeten) de leerlingen de nieuwe directeur.
Slide 18 - Open question
Ik ... (reizen) samen met mijn vriendin naar Amerika.
Slide 19 - Open question
John ... (hopen) dat ik niet boos op hem zou worden.
Slide 20 - Open question
Bibi ... (maken) mij enorm boos!
Slide 21 - Open question
Toen .... (proeven) Carola een hele vieze smaak!
Slide 22 - Open question
Vorig jaar .... (vergroten) mijn ouders onze woonkamer.
Slide 23 - Open question
Gisteren ... (hopen) ik dat het vandaag mooi weer zou worden.
Slide 24 - Open question
In de kleuterklas .... (bouwen) ik de mooiste blokkentorens.
Slide 25 - Open question
Die speler ... (benutten) een belangrijke strafschop.
Slide 26 - Open question
Die kinderen ... (knuffelen) elkaar van blijdschap.