let op: de meeste leerstof staat in paragraaf 12.1 en 12.2
de overige paragrafen zijn vooral toepassing van deze stof op verschillende hormonen.
Je moet die toepassingen wel begrijpen en uit de BINAS kunnen achterhalen.
Ik leg alleen 12.1, 12,2 en een stukje van 12.3 klassikaal uit.
Slide 2 - Slide
Doel 12.1
Je leert wat hormonen zijn
Je leert hoe de hormoonaanmaak centraal geregeld wordt
Slide 3 - Slide
Wat zijn hormonen
Signaalmoleculen, die worden aangemaakt door klieren zonder afvoerbuis, afgegeven aan en getransporteerd via het bloed, die elders in het lichaam, bij een doelwitorgaan een effect hebben
Slide 4 - Slide
Wat zijn hormonen
Hormonen komen via de bloedsomloop overal in het lichaam maar hebben alleen bij het doelwitorgaan een effect.
Slide 5 - Slide
Waarom reageren alleen de doelwitorganen?
Slide 6 - Slide
Klieren
Hormoonklieren zijn endocrien. Dwz dat het product van de kliercellen aan het bloed wordt afgegeven.
Endo=binnen
bv testis, bijnieren, schildklier
Slide 7 - Slide
Klieren
Sommige andere klieren zijn exocrien. Dwz dat het product van de kliercellen aan het uitwendige milieu wordt afgegeven (afvoerbuis).
Exo=buiten
bv zweetklieren, traanklieren, maagsapklieren
Slide 8 - Slide
Gemengde klieren
De alvleesklier en de geslachtsorganen werken zowel endocrien als exocrien.
- Noem de exocriene en endocriene producten van de alvleesklier (je mag de BINAS gebruiken)
Deze komen in de achterkwab van de hypofyse in de bloedbaan.
Slide 14 - Slide
Hypothalamus
Zenuwcellen geven Releasing
Hormonen (RH) en Inhibiting
Hormonen (IH) af.
Deze komen in de hypothalamus in de bloedbaan en komen daarna in de voorkwab van de hypofyse.
Slide 15 - Slide
Hypofyse
In de voorkwab van de
hypofyse wordt de hormoonaanmaak van hormonen gestimuleerd (RH) of geremd (IH). Deze hormonen gaan naar de rest van het lichaam.
Slide 16 - Slide
Hypofyse
Achterkwab=
Neurohypofyse
Voorkwab=
Adenohypofyse
Slide 17 - Slide
Voorbeeld
+
+
+
Slide 18 - Slide
Hormonen
Sommige stoffen in onze omgeving (eten, drinkwater) lijken chemisch zo sterk op hormonen dat ze bij de doelwitcellen dezelfde reactie oproepen, of de receptoren blokkeren. Dit kan schadelijk zijn voor de gezondheid.
Genisteïne lijkt erg op oestradiol en kan vruchtbaarheidsproblemen veroorzaken, maar bij de overgang (= menopauze) juist botontkalking verminderen evenals hartproblemen en borstkanker (bron 4 blz. 128).
Slide 19 - Slide
genisteïne
oestradiol
Slide 20 - Slide
89A
Wat betekent resp.?
Slide 21 - Slide
89A
Schrijf alle woorden op die je niet begrijpt.
Begrijpt je buurman/ buurvrouw ze ook niet?
Geef ze zometeen aan me door.
Slide 22 - Slide
Doel 12.1
Je hebt geleerd wat hormonen zijn
Je hebt geleerd hoe de hormoonaanmaak centraal geregeld wordt
BINAS 89A Hormonen van de mens
BINAS 89B Werkingsmechanismen van hormonen in cellen