§2.4 sporten en strijden

§2.3 Geloven, weten en maken
§2.4 Strijden of Sporten
Ga zitten en pak je spullen erbij:
- Plenda
- Leesboek
- Werkboek
- Laptop
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

§2.3 Geloven, weten en maken
§2.4 Strijden of Sporten
Ga zitten en pak je spullen erbij:
- Plenda
- Leesboek
- Werkboek
- Laptop

Slide 1 - Slide

Pak je plenda erbij

Slide 2 - Slide

Lezen
Paragraaf 2.3
bladzijde 30
in stilte

timer
10:00

Slide 3 - Slide

Grieken tegen Perzen 

De Eerste Perzische oorlog vond plaats in de buurt van het plaatsje Marathon. De Tweede Perzische oorlog bij Thermopylae en Salamis.

Slide 4 - Slide

Grieken tegen Perzen 
  • De Grieken voerden vaak oorlog met elkaar, maar toen de Perzen kwamen moesten ze samen Griekenland verdedigen

  • Doordat Athene een opstand in het Perzische rijk steunde, had de Perzische koning Darius I een motief (= reden) om Athene aan te vallen

  • De Grieken wisten in 490 v.Chr. de Perzen bij de stad Marathon te verslaan. Volgens een legende rende de Griekse boodschapper in één ruk de 40 km van Marathon naar Athene om de overwinning bekend te maken en viel daarna direct van uitputting dood neer. Of dit echt gebeurd is, weten we niet. Waarschijnlijk is het verhaal een mix van feiten (de winst van de Grieken) en verzinsels.
Met een groot leger trekken de Perzen door Griekenland. Bij het plaatsje Marathon worden de Perzen uiteindelijk verslagen. Om dit goede nieuws naar Athene te brengen, werd Philippides naar Athene gestuurd. Volgens de legende rende hij in één keer naar Athene. Hij rende daarmee de eerste marathon.

Slide 5 - Slide

Grieken tegen Perzen 
  • In 480 v.Chr proberen de Perzen Griekenland nogmaals te veroveren

  • Het Perzische leger van ruim 300.000 man werd dagenlang tegengehouden door slechts 300 Spartanen bij Thermopylae

  • Het gaf de Atheners voldoende tijd om de stad te ontruimen

  • Uiteindelijk werden de Perzen dankzij de Griekse samenwerking en de Atheense vloot verslagen en kwamen nooit meer terug

Slide 6 - Slide

Grieken tegen Grieken
  • Na de Perzische oorlogen kwam er een Griekse burgeroorlog

  • De buitenlandse politiek van Athene was erg bazig. Ze drongen andere stadstaten democratie op en dwongen ze geld te betalen 

  • Sparta kon de houding van Athene niet waarderen. Ze kwamen in oorlog met elkaar en elkaars bondgenoten

  • De aanleiding (= directe oorzaak) voor de oorlog was een handelsconflict

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Grieken tegen Perzen (IV)
Bijna anderhalve eeuw later waren de rollen omgedraaid. In 334 v.Chr. viel een groot Grieks leger onder leiding van Alexander de Grote (l) Perzië binnen en veroverde daarna het hele Perzische rijk. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Vaardigheid: 
oorzaak, gevolg en aanleiding
Zie ook vaardigheid 9 in je tekstboek op blz. 110. 
Oorzaak: waarom of waardoor iets gebeurt. 
- Directe oorzaak = aanleiding, vaak kort geleden gebeurd
- Indirecte oorzaak = minder belangrijk, vaak ook langer geleden gebeurd
Gevolg: datgene wat gebeurt na de oorzaak.
- Direct gevolg = gebeurt op korte termijn na de oorzaak
- Indirect gevolg = gebeurt pas op een veel langere termijn na de oorzaak
Aanleiding: is de belangrijkste oorzaak voor een gebeurtenis 
                        ( = directe oorzaak)

Slide 12 - Slide

Sport en godsdienst
  • Voor de Grieken was sport nauw verbonden met hun religie: sportieve prestaties waren voor hun een manier om de goden te eren
  • De Grieken hielden elke vier jaar de Olympische Spelen in Olympia ter ere van de oppergod Zeus. 
  • Voor de stadstaten die oorlog met elkaar voerden, waren de Spelen een argument om een onderbreking van de strijd af te spreken ( = wapenstilstand)



Slide 13 - Slide

Aan de slag
Wat? Maak de opdrachten van 2.4 / gezamenlijk behandelen van opdracht 3
Hoe? Alleen of met je buur.
Hulp? Je buur. Kom je er samen niet uit? Dan bij je docent. 
Tijd? Tot het einde van de les. 
Klaar?  

Slide 14 - Slide

Resumé
Schrijf in je schrift op wat je deze les hebt geleerd.
Doe dit aan de hand van de W-vragen.

Slide 15 - Slide

opdracht 3

Slide 16 - Slide