Palliatieve zorg

Palliatieve zorg 
1 / 41
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 300 min

Items in this lesson

Palliatieve zorg 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Palliatieve Zorg

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Pallium
Latijns woord voor: Mantel

In de palliatieve zorg geeft men zorg als een mantel die de zieke omgeeft

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 1
Hoe ga jij om met de dood?

Heb je al cliënten gehad waarbij je betrokken was bij het levenseinde?
Kan je er makkelijk over praten? Of vind je het moeilijk?
Heb je eventueel eigen ervaringen die je wil delen?


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Wat is palliatieve zorg?
Definitie WHO:

‘Palliatieve zorg is een benadering die de kwaliteit van leven verbetert van patiënten en hun naasten die te maken hebben met een levensbedreigende aandoening, door het voorkomen en verlichten van lijden door middel van vroegtijdige signalering en zorgvuldige beoordeling en behandeling van pijn en andere symptomen van lichamelijke, psychosociale en spirituele aard.’

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Palliatieve terminale zorg
Stadia van palliatieve terminale zorg:
  1. Ziektegerichte palliatie
  2. Symptoomgerichte palliatie
  3. Palliatie in de stervensfase
  4. Nazorg

Slide 8 - Slide

1. ziektegerichte palliatie: ziekte wordt nog behandeld zonder dat genezing mogelijk is
2. Symptoomgerichte palliatie: verlichten en onder controle houden van symptomen
3. Stervensfase: kwaliteit van sterven
4. Nazorg voor naasten

DA en huisarts zorgen ervoor dat een patiënt gemarkeerd wordt als zijnde palliatief/terminaal. Bij triage kan er dan gelijk worden verwezen naar betreffende arts

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Palliatief en terminaal. Is er een verschil? Zo ja, wat is het verschil?
Zo nee, leg eens uit.

Slide 10 - Mind map

This item has no instructions

Opdracht 2. 
Verdiep je in de verschillen plekken waar iemand zijn laatste levensfase in kan gaan en gaat komen te sterven. Wat zijn volgens jullie de voor- en nadelen van al die verschillende plekken?

Zoek uit wat een palliatief zorgnetwerk inhoudt. Welke disciplines zijn betrokken in de palliatieve fase en wat kunnen zij betekenen?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Palliatie (Voor het overlijden)
  • Ziektegerichte palliatie
  • Symptoomgerichte palliatie

    Doelen:
  1. Verlichting en controle
  2. Kwaliteit van leven
  3. Voorkomen klachten verergeren
  4. Beslissingen

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Palliatie (stervensfase)
Terminale zorg
Doelen:
  • Kwaliteit van sterven
  • Fase duurt een aantal dagen 
  • Symptoommanagement
  • Waardig sterven

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Nazorg
  • Zorg voor het lichaam (wassen, omkleden)
  • Coördineren van zorg (arts laten komen voor schouwen, contact familie etc.)
  • Nazorg voor naasten = Palliatieve zorg
  • Ondersteuning (bv. gesprekken) nabestaanden

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Beeldvorming overlijden

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 3: 
Lichamelijk –

Psychisch –
Sociaal –
Spiritueel –
Opdracht: Welke vragen, ondersteuning, wensen en behoeften zou een cliënt (met COPD) in de laatste levensfase kunnen hebben? En hoe kan jij als verpleegkundige hier in ondersteunen?
Verdeel in 4 groepen. Zoek uit wat er verwacht kan worden, wat is belangrijk?




Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Vier dimensies van palliatieve zorg

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Spirituele dimensie

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Spirituele dimensie
https://www.pallialine.nl/zingeving-en-spiritualiteit

Fingerspitzengefühl --> Wees jezelf

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Symptomen in de palliatieve fase

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel klachten of symptomen heeft een cliënt in de palliatieve fase vaak tegelijkertijd?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Opdracht Symptomen
In de palliatieve fase komen veel verschillende symptomen voor met elk weer een andere oorzaak en aanpak van het symptoom. Verdeel in 4 groepen. Ga naar: www.pallialine.nl

Zoek 1 van deze symptomen op en zoek uit;
- Wat is het?
- Wat kunnen oorzaken zijn?
- Welke stappen/interventies kunnen worden ondernomen om het symptoom te bestrijden/verzachten?
Vermoeidheid, Delier, Misselijkheid en braken, Jeuk, Obstipatie, Pijn, Zweten, Hoesten, Diarree, Koorts, Anorexie en gewichtsverlies, Dyspneu, Angst   




Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Waardevolle informatie
pallialine
palliaweb
oncoline
iknl


Slide 25 - Slide

This item has no instructions

De surprise question is?
A
Een vraag stellen aan een cliënt die heel schokkend is
B
De vraag of het de zorgverlener zou verbazen of de cliënt binnen 6 maanden komt te overlijden
C
De vraag of het de zorgverlener zou verbazen of de cliënt binnen 12 maanden komt te overlijden
D
De vraag of de cliënt zich in de stervensfase bevindt en de palliatieve fase voorbij is.

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Slide 27 - Video

This item has no instructions

Advanced Care Planning
Pro-actieve Zorgplanning

Wat is belangrijk om besproken te hebben in de palliatieve fase?

  • individuele levensdoelen en doelen van zorg;
  • levensbeschouwing en culturele achtergrond;
  • mogelijkheden van palliatieve zorg;
  • (niet)-behandelafspraken;
  • ziekenhuisopnames / ic-opnames;
  • plaats van zorg en sterven;
  • crisissituaties (acute verstikking, refractaire symptomen);

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Advanced Care Planning
Pro-actieve Zorgplanning

Wat is belangrijk om besproken te hebben in de palliatieve fase?

  • wilsverklaring;
  • wettelijke vertegenwoordiging in de situatie van (acute) verslechtering en wilsonbekwaamheid;
  • levenseindebeslissingen (onder meer vochttoediening, voeding, antibiotica, reanimatie, uitzetten van de ICD shockfunctie, morfine voor symptoomverlichting (zie richtlijn Dyspneu in de palliatieve fase), dialyse, palliatieve sedatie, euthanasie, weefseldonatie, bewust stoppen met eten en drinken);
  • draaglast en draagkracht naasten en mantelzorgers;
  • wensen met betrekking tot de uitvaart;
  • nazorg.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Zorg in de stervensfase
  • Lichamelijke signalen
  • Multidisciplinaire Zorg
  • Stervensbegeleiding cliënt en naasten
  • Palliatieve sedatie
  • Zorg voor de zorgverlener

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn signalen van een naderende dood?

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Stervensfase - lichamelijk
Belangrijke signalen van de naderende dood zijn(pallialine, zorg in de stervensfase):
- niet of nauwelijks meer eten en drinken
- ernstige vermoeidheid en verzwakking leidend tot volledige bedlegerigheid (Karnofsky Performance Status ≤ 30)
- verminderde urineproductie
- snelle, zwakke pols
- koud aanvoelende, soms cyanotische extremiteiten, lijkvlekken
- spitse neus (de huid over neus en jukbeenderen verstrakt)
- verminderd bewustzijn, vaak tot uiteindelijk volledig verlies van bewustzijn enkele uren voor het overlijden
toenemende desoriëntatie, soms gepaard gaand met hallucinaties en terminale onrust (‘terminal restlessness' = terminaal delier)
- hoorbare, reutelende ademhaling
- onregelmatige ademhaling kort voor overlijden (Cheyne-Stokes-ademhaling)

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Video

This item has no instructions

Slide 34 - Link

This item has no instructions







Palliatieve sedatie en pijnbestrijding

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Video

This item has no instructions

Inzetten Subcutaan Infuuspomp
bij palliatieve sedatie en pijnbestrijding

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Continue sedatie versus euthanasie

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Palliatief Klinisch Redeneren
1. Breng de problematiek in kaart.
2. Vat de problematiek en het beleid samen.
3. Maak afspraken over de evaluatie van het beleid.
4. Stel het beleid zonodig bij en blijf evalueren. 

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Leermodule
In Digibib is de leermodule 'palliatieve zorg' te volgen voor extra verdieping.

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Thanks for your attention!









Slide 41 - Slide

This item has no instructions