Herhalen H1 par. 2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Herhalen H1 par. 2

Noem de drie belangrijke politieke stromingen:

Waarom hadden de liberalen de macht in de 19e eeuw?

Politieke stroming die hun politieke ideeën baseren op het geloof.

1. Liberalen
2. Socialisten
3. Confessionelen

Politieke stroming waarbij ze vinden dat geld en bezit eerlijker verdeeld moet worden.

1. Liberalen
2. Socialisten
3. Confessionelen

Politieke stroming waarbij ze vinden dat er zoveel mogelijk vrijheid moet zijn voor burgers en bedrijven.

1. Liberalen
2. Socialisten
3. Confessionelen

Hoe noem je kiesrecht waarbij alleen mensen die een bepaald bedrag aan belasting konden betalen mochten stemmen?

Hoe noem je stemrecht waarbij iedereen vanaf een bepaalde leeftijd mag stemmen?

Hoe noem je de grote en snelle verandering door de komst van fabrieken?

1. Verstedelijking
2. Industriële revolutie
3. Sociale kwestie
4. Emancipatie

Leg uit wat de sociale kwestie is.

Leg uit hoe de drie verschillende politieke stromingen over de sociale kwestie dachten.

Hoe noem je wetten die mensen moeten beschermen tegen de gevolgen van armoede, ziekte, ouderdom en werkloosheid?

1. Sociale kwestie
2. Socialisme
3. Sociale wetten
4. Emancipatie

Leg uit wat de schoolstrijd is en hoe de liberalen en confessionelen hierover dachten.

Leg uit hoe de politieke stromingen zich steeds meer onderling van elkaar gingen onderscheiden?