meervouden en verkleinwoorden

Noteer het meervoud van cowboy
A
cowboys
B
cowboy's
1 / 18
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Noteer het meervoud van cowboy
A
cowboys
B
cowboy's

Slide 1 - Quiz

Noteer het meervoud van café
A
cafés
B
cafees
C
cafe's
D
café's

Slide 2 - Quiz

Wat is het meervoud van perzik?
A
perziken
B
perzikken

Slide 3 - Quiz

Wat is het meervoud van paragraaf?
A
paragraven
B
paragrafen

Slide 4 - Quiz

Wat is het meervoud van musicus?
A
musicussen
B
musici

Slide 5 - Quiz

Noteer het meervoud van bospad

Slide 6 - Open question

Het meervoud van: braderie

Slide 7 - Open question

Het meervoud van: essay

Slide 8 - Open question

Het meervoud van: monnik

Slide 9 - Open question

Het meervoud van: orchidee

Slide 10 - Open question

Het meervoud van: steekproef

Slide 11 - Open question

Het meervoud van: politicus

Slide 12 - Open question

Wat is het verkleinwoord van bikini
A
bikinietje
B
bikini'tje
C
bikinitje

Slide 13 - Quiz

Wat is het verkleinwoord van
hyena
A
hyenatje
B
hyena'tje
C
hyenaatje

Slide 14 - Quiz

Wat is het verkleinwoord van
ring
A
ringtje
B
ringetje
C
rinnetje

Slide 15 - Quiz

Wat is het verkleinwoord van...
app?

Slide 16 - Open question

Wat is het verkleinwoord van...
radio?

Slide 17 - Open question

Wat is het verkleinwoord van...
la?

Slide 18 - Open question