Les 12

Meervoud 
en verkleinwoorden 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Meervoud 
en verkleinwoorden 

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag leren?


Aan het eind van deze les ken je de regels die horen bij de meervoudsvormen en verkleinwoorden

Aan het eind van deze les kun je de meervoudsvormen en verkleinwoorden juist schrijven. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Noteer het meervoud van cowboy
A
cowboys
B
cowboy's

Slide 4 - Quiz

Noteer het meervoud van café
A
cafés
B
cafees
C
cafe's
D
café's

Slide 5 - Quiz

Wat is het meervoud van perzik?
A
perziken
B
perzikken

Slide 6 - Quiz

Wat is het meervoud van paragraaf?
A
paragraven
B
paragrafen

Slide 7 - Quiz

Wat is het meervoud van musicus?
A
musicussen
B
musici

Slide 8 - Quiz

Noteer het meervoud van bospad

Slide 9 - Open question

Het meervoud van: braderie

Slide 10 - Open question

Het meervoud van: essay

Slide 11 - Open question

Het meervoud van: monnik

Slide 12 - Open question

Het meervoud van: orchidee

Slide 13 - Open question

Het meervoud van: steekproef

Slide 14 - Open question

Het meervoud van: politicus

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Video

Wat is het verkleinwoord van bikini
A
bikinietje
B
bikini'tje
C
bikinitje

Slide 17 - Quiz

Wat is het verkleinwoord van
hyena
A
hyenatje
B
hyena'tje
C
hyenaatje

Slide 18 - Quiz

Wat is het verkleinwoord van
ring
A
ringtje
B
ringetje
C
rinnetje
D
ringentje

Slide 19 - Quiz

Wat is het verkleinwoord van...
app?

Slide 20 - Open question

Wat is het verkleinwoord van...
radio?

Slide 21 - Open question

Wat is het verkleinwoord van...
la?

Slide 22 - Open question

Meervoud en verkleinwoorden gaan
mij goed af!
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Volgende les = herhaling
Waar wil ik nog
extra uitleg over?

Slide 24 - Mind map

Aan de slag!
2.3 A & B & C 

Extra opdracht:
Je gaat alvast aan de slag met een opdracht over de apostrof. Zoek op Google op wat de regels hiervoor zijn en schrijf ze op in je schrift. Dit moet je vrijdag laten zien in jouw schrift.

Slide 25 - Slide