3h - H4 Conflicten - Herhalingsles

H4 - Conflicten herhaling
1 / 20
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H4 - Conflicten herhaling

Slide 1 - Slide

"Conflicten" wat komt bij je op?

Slide 2 - Mind map

Een volk kenmerkt zich door:
A
Hetzelfde territorium te bewonen
B
Binnen één staat te bestaan
C
Dezelfde taal, godsdienst en geschiedenis
D
Een nationalistisch karakter

Slide 3 - Quiz

Gewapend conflict
Internationaal conflict
Binnenlands conflict of burgeroorlog
Geïnternationaliseerd conflict
Conflict binnen de grenzen van een land
Een conflict waarbij het buitenland zich met het conflict bemoeit.
Een conflict waarbij er in 1 jaar minstens 25 doden vallen
Een conflict tussen minimaal twee landen

Slide 4 - Drag question

Hoe noem je een gebied waarbinnen een volk woont zonder officiële grenzen?
A
Natie
B
Staat
C
Territorium
D
Strook

Slide 5 - Quiz

Soevereiniteit
Onafhankelijkheidsstrijd
Seperatisme
Jihadisme
Terrorisme
In een staat gelden wetten en regels, de staat oefent zelf de macht uit en andere staten mogen zich niet met binnenlandse aangelegenheden bemoeien. 
De wens van een volk om zich van een staat af te scheiden. 
Stroming binnen de islam die met geweld de islamitische wereldgemeenschap wil vormen. 
Gewelddadige manier om zelfstandig te worden. 
Geweld om een politiek doel te bereiken

Slide 6 - Drag question

Leg uit wat de paradox van overvloed (resource curse) is?

Slide 7 - Open question

Oorzaken conflicten
Conflicten tussen religies.
Fragile state & dictator.
Jeugdbult, groot aandeel 15 - 29 jarigen.
Natuurlijke hulpbronnen worden uitgeput.
Economisch
Cultureel
Demografisch
Politiek

Slide 8 - Drag question

Een humanitaire ramp is vaak de oorzaak van conflicten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Maak het verhaal compleet.
In Irak zijn conflicten tussen ….(1). Beide zijn stromingen binnen eenzelfde ……(2). Toch is godsdienst niet……(3) van het conflict. Wat is dat dan wel? 
Het gaat vaak om ……….(4).

Blijft over
christenen en moslims
persvrijheid
godsdienst 
corruptie 
soennieten en sjiieten
het gevolg
de oorzaak
oneerlijke verdeling van de macht

Slide 10 - Drag question

Wat is het verschil tussen een democratie en dictatuur? In een dictatuur...
A
Worden verkiezingen gehouden
B
Zitten mensen in de cel
C
Mag je niet zomaar je mening geven
D
Heb je geen media

Slide 11 - Quiz

Economische oorzaken
Culturele en demografische oorzaken
Rol van de overheid
Autoritair regime
Fragile state
Paradox van overvloed
Jeugdbult
Dictatuur
Resource curse

Slide 12 - Drag question

Lees onderstaande tekstbron.
Hoe had hier wellicht een ruimtelijk conflict voorkomen kunnen worden?

Bekijk de afbeelding. Geef een voorbeeld waaraan je in de bevolkingsgrafiek van Azerbeidzjan de gevolgen van conflicten kunt zien. Leg je antwoord uit. 

Slide 13 - Open question

Noem 2 gevolgen van conflicten.

Slide 14 - Open question

Sociale gevolgen
Demografische gevolgen
Economische gevolgen
Babyboom na conflict
Gewond
Akkers onbewerkt
Onveilig
Infrastructuur vernield
Armoede
Vluchtelingen
Genocide

Slide 15 - Drag question

Wat zijn twee mogelijke demografische gevolgen van conflicten?
A
babyboom
B
de ellende van ontheemden
C
genocide
D
jeugdbult

Slide 16 - Quiz

Wat zijn mogelijke gevolgen van een conflict?
A
Mogelijke gevolgen van een conflict zijn spanning, stress, en verminderde samenwerking.
B
Mogelijke gevolgen van een conflict zijn altijd onverschilligheid en apathie.
C
Mogelijke gevolgen van een conflict zijn altijd agressie en geweld.
D
Mogelijke gevolgen van een conflict zijn altijd harmonie en begrip.

Slide 17 - Quiz

Twee beweringen:
1. Een asielzoeker is een ander woord voor vluchteling.
2. Bij genocide is er sprake van vernietiging van een volk, ras of groep of een poging daartoe
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, 2 juist Bewering 1 is onjuist, 2 juist

Slide 18 - Quiz

Hoe noemt men de overname van Rusland van het Oekraïense de Krim?
A
Referendum
B
Strafmaatregel
C
Annexatie
D
Autonomie

Slide 19 - Quiz

Wat is de NAVO?
A
Militaire samenwerking tussen de VS, Canada en West- en Zuid-Europese landen
B
Geldhulp van de VS aan Europa
C
Politieke samenwerking van West-Europa
D
Militaire Samenwerking tussen de Oostbloklanden.

Slide 20 - Quiz