Orthopedagogiek - L7 Hechting en automutilatie

Hechting & Automutilatie
1 / 40
next
Slide 1: Slide
OrthopedagogiekMBOStudiejaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Hechting & Automutilatie

Slide 1 - Slide

Online lessen
Afspraken, volgens de afsprakenkaart in teams:
- iedereen heeft de camera aan, anders word je op afwezig gezet
- Probeer actief bij de les aanwezig te zijn, ik geef de beurt aan random mensen 
- We proberen er samen het beste van te maken :) 

Slide 2 - Slide

Planning les 7
- PPP-tjes & Presto
- Terugkoppeling vorige lessen
Vandaag: Hechting & Automutilatie

Slide 3 - Slide

Wat is automutilatie? & synoniemen voor automutilatie

Slide 4 - Mind map

Zelfbeschadiging

Slide 5 - Slide

Lesdoelen

Aan het einde van de les:

- Weet jij wat zelfbeschadiging inhoudt

- Weet jij wat redenen en gevolgen kunnen zijn van zelfbeschadiging

Ken jij het verschil tussen een hechtingsstoornis en hechtingsproblematiek

- Ken jij de risico- en beschermingsfactoren van hechting 


Persoonlijk doel: Wat zou jij willen leren over dit onderwerp?

Slide 6 - Slide

Wie kan er iets vertellen over zelfbeschadiging?
Wie kan er iets vertellen over zelfbeschadiging?

Slide 7 - Slide

Automutilatie
  • Het zichzelf beschadigen en pijn doen, soms met behulp van hulpmiddelen. Ook om een andere manier van pijn te ervaren. 

  • Het is een vorm van dwangmatig, zelf verwondend gedrag'

  • Bij meer dan de helft van de mensen met een ernstige verstandelijke beperking komt automutilatie voor.

  • Hoe ernstiger de verstandelijke beperking, hoe groter de kans

  • Samenhang van automutilatie en niveau van communicatie, taalontwikkeling en zelfredzaamheid  

Slide 8 - Slide

Waarom automutilatie?

Slide 9 - Slide

Welke vormen van automutilatie ken je/heb je wel eens gezien/van gehoord

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

De belangrijkste oorzaak of reden van automutileren is een gebrek aan probleem oplossend vermogen

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Verloop
Bij stereotype automutilatie: handelingen hebben een vast uitdrukkingspatroon. 
Vaak oppervlakkige of matige automutilatie. Herhaaldelijk terugkerende handelingen met een lage kans op dodelijke afloop. 
Verloop ontwikkeling: kan vanaf 7 maanden (hoofdbonken), na kleuterleeftijd wordt het pas gezien als automutilatie

Slide 14 - Slide

Wat zou de grootste doelgroep zijn? Leeftijd & M/V

Slide 15 - Open question

Zelfbeschadiging kan voorkomen als uiting van peergroup cultuur
Besmettelijke aantrekkingskracht vanuit voor andere leden peer group
Kan passen binnen verschillende culturen (culturele/religieuze achtergrond)

Slide 16 - Slide

Cultuur
Zelfbeschadiging kan voorkomen als uiting van peergroup cultuur
Besmettelijke aantrekkingskracht vanuit voor andere leden peer group
Kan passen binnen verschillende culturen (culturele/religieuze achtergrond)

Slide 17 - Slide

Kun jij werken met een doelgroep die auto mutileert? Zo ja/nee, waarom?

Slide 18 - Open question

Stel; jij werkt als persoonlijk begeleider, wat zal belangrijk zijn in de begeleiding?

Slide 19 - Open question

Persoonlijk begeleider; hoe ga je ermee om?

                                                               Wat moet je vooral niet doen................?
  • maar ook......niet staren naar de zelfbeschadiging !!
  • Erkennen, herkennen en bespreken problematiek​
  • Vertrouwensband opbouwen
  • Dagboek bijhouden: trend wanneer het plaatsvindt​
  • Ontdekken welke stressmomenten bepalend zijn​
  • Aanbieden van dagbesteding
  • Stichting Zelfbeschadiging -> 355 alternatieven​
  • O.a. omgaan met woede, ontspanningsoefeningen, hulp leren vragen, schrijven fysieke uitdagingen, bewustwording​






Slide 20 - Slide

Vorm van behandeling - paardencoach
5:28- tm 10:30

Slide 21 - Slide

HECHTING

Slide 22 - Slide

This video is no longer available
Welke video was dit?

Slide 23 - Slide

Waar denk jij aan bij het woord hechting?

Slide 24 - Mind map

Wat is hechting?
Hechting is de duurzame emotionele band tussen ouder en kind die ontstaat in het eerste levensjaar​


Kind voelt zich vertrouwd​
Maakt vaak contact met ouder/verzorger​
Laten zich snel door hen geruststellen​
Durft van alles te onderzoeken

Twee pijlers: ​
Veilige basis: Kind weet en voelt in onbekende situaties terug te kunnen gaan naar zijn ouder​

Veilige haven​: ​Kind heeft contact met de ouder als hij/zij een onbekende ruimte aan het verkennen is (bv. via oogcontact, zwaaien o.i.d.).












Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Kinderen hebben een aangeboren behoefte om te hechten, waarom?

Slide 27 - Open question

Beantwoord in tweetallen
1. Hoe is de band met je ouder(s)/verzorger(s)? 

2. Breng allebei een situatie in waarin de hechting/band met je ouder(s)/verzorger(s) (even) verstoord was. Wat maakte dat de hechting/band (even) verstoord was?

3. Is deze hechting/band wel/niet weer hersteld? Waardoor kwam dit denk je? 

Slide 28 - Slide

Voorwaarden voor veilige hechting
  1. Sensitief reageren: ouder staat open voor signalen van het kind, begrijpt de signalen en reageert snel en agequaat. 
  2. Continuïteit: er is continuïteit in de aanwezigheid van de gehechtheidspersoon nodig. 
  3. Mentaliseren: ouder verplaatst zich in het perspectief van het kind en verwoordt dat ook. 

Slide 29 - Slide

Risicofactoren tijdens het hechtingsproces

Slide 30 - Slide

Beschermende factoren tijdens het hechtingsproces

Slide 31 - Slide

Hechting..
Wat als een baby teveel huilt?!

Negatief gevoel voor hechtingsproces want:
Ouders worden onzeker, weten niet wat er aan de hand is
Moe en machteloos
De baby snapt niet wat er aan de hand is, maar voelt wel spanning en ervaart niet het veilige gevoel waar het naar opzoek is.

Slide 32 - Slide

Onveilige hechting

3 indelingen:​

Vermijdend gehechte kinderen​
‘te enthousiast’ op onderzoek uit, geen contact ouder, denken het zelf te moeten oppakken​

Ambivalent of afwerend gehechte kinderen​
Onderzoeken hun omgeving juist te weinig, accepteren geen troost​

Gedesoriënteerde gehechtheid​
Kind lijkt doelloos te handelen 







Slide 33 - Slide

Onveilige Hechting
Onveilige hechting uit zich in twee verschillende gedragingen:
Het kind geeft nauwelijks een reactie als de hechtingspersoon weggaat of terugkomt.
Het kind is ontroostbaar als de hechtingspersoon weggaat en het duurt heel lang voordat het getroost is als de hechtingspersoon er weer is.
De reactie op vertrekken en terugkomen van belangrijk hechtingspersoon zegt veel over de manier waarop het kind gehecht is
https://www.youtube.com/watch?v=KXMm06AkYuE&t=9s

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

Hechtingsproblematiek vs. hechtingsstoornis
  • Kind/jongere die niet goed gehecht is heeft niet meteen een hechtingsstoornis. 
  • 25 - 30 % van de Nederlandse bevolking is niet volledig veilig gehecht, 1 % van de Nederlandse bevolking heeft een hechtingsstoornis. 

Slide 37 - Slide

Aan de slag
Opdracht: Kies één van de bestudeerde/ behandelde stoornissen: hechtingsstoornis of automutilatie.
Beantwoord daarna de volgende vragen over dit thema:
1. Wat maakt het meeste indruk op jou na het bestuderen van deze stoornis ? En waarom?
2. Wat betekent het antwoord bij 1 voor jou persoonlijk? Bv. wat denk je daarbij? Wat is je gevoel en/of welke emoties heb je bij antwoord van 1?
3. Wat betekent het antwoord bij 1 voor je beroep als werker in de maatschappelijke zorg?
4. Welke conclusies (tips/inzichten/leerdoel) kan je voor jezelf trekken n.a.v. antwoord 1 t/m 3?
Werk de opdracht uit in een word document en neem deze volgende week mee naar de les. Je kan door de docent gevraagd worden om jouw uitwerking te delen in de les.
Succes!




Slide 38 - Slide

Aan de slag
Bezig met de opdrachten in de digitale leeromgeving 

Lesboek GGZ 2 paragraaf 1.4 

Slide 39 - Slide

Yes we can! 
https://www.videoland.com/player/90404//500734
26:45 



Daarna in break-out rooms uiteen en samen de vragen beantwoorden






timer
5:00

Slide 40 - Slide