...uitleggen welke gevolgen de grondwet van 1848 had voor het bestuur van Nederland
Aan het einde van de les kan je...
Slide 4 - Slide
Meer dan 200 jaar was Nederland een republiek: een land zonder koning.
In 1813 werd Nederland (met België en Luxemburg) een monarchie onder koning Willem I.
Slide 5 - Slide
Koning Willem I had alle macht.
Er waren wel ministers en een parlement, maar zij hadden niks te zeggen.
De Tweede Kamer werd gekozen door de Provinciale Staten.
De Eerste Kamer werd gekozen door de koning.
Slide 6 - Slide
In 1840 werd Willem II koning van Nederland.
Ook hij had alle macht, maar er kwam protest vanuit het volk: de liberalen.
Standpunt liberalen:
burgers meer macht, koning minder macht
overheid moet zorgen voor orde en veiligheid, verder vooral zo weinig mogelijk bemoeien met burgers
Om dit te regelen moest de grondwet aangepast worden.
Slide 7 - Slide
In 1848 ontstonden er in een groot deel van Europa opstanden tegen de zittende machthebbers.
Ook in Nederland ontstonden er rellen.
Koning Willem II gaf liberaal Johan Thorbecke de opdracht een nieuwe grondwet te schrijven.
Slide 8 - Slide
De grondwet zorgde voor een aantal belangrijke politieke veranderingen:
Nederland werd een constitutionelemonarchie: iedereen, ook de koning, moet zich aan de wet houden
De koning werd onschendbaar. De ministers werden verantwoordelijk voor wat de koning deed/zei
De koning bleef staatshoofd
Ministers moesten verantwoording afleggen aan het parlement, niet meer aan de koning
Ministers werden verantwoordelijk voor hun eigen werk: ministeriële verantwoordelijkheid
Slide 9 - Slide
Vanaf nu:
Tweede Kamer gekozen door het volk
Eerste Kamer gekozen door Provinciale Staten
Scheiding der machten:
Wetgevende macht: parlement
Uitvoerende macht: regering
Rechterlijke macht: rechters
Slide 10 - Slide
In de grondwet staan klassieke grondrechten:
vrijheid van godsdienst
vrijheid van meningsuiting
vrijheid van vereniging en vergadering
vrijheid van onderwijs
Deze grondrechten beschermen de burgers
tegen de overheid.
Slide 11 - Slide
In de grondwet staan klassieke grondrechten:
vrijheid van godsdienst
vrijheid van meningsuiting
vrijheid van vereniging en vergadering
vrijheid van onderwijs
Deze grondrechten beschermen de burgers tegen de overheid.
§1.1 Een nieuwe grondwet
Slide 12 - Slide
Klassieke grondrechten in de grondwet
Om het volk te beschermen tegen de overheid zijn er klassieke grondrechten bedacht:
Vrijheid van Godsdienst
Vrijheid van meningsuiting
Vrijheid van drukpers
Vrijheid van vereniging & vergadering
vrijheid van onderwijs
Slide 13 - Slide
Coalitie en oppositie
Slide 14 - Slide
Rechten van het parlement:
Het recht van initiatief: wetsvoorstellen indienen
§1.1 Een nieuwe grondwet
Slide 15 - Slide
Rechten van het parlement:
Het recht van initiatief: wetsvoorstellen indienen
Het recht van amendement: wetsvoorstellen wijzigen
§1.1 Een nieuwe grondwet
Slide 16 - Slide
Rechten van het parlement:
Het recht van initiatief: wetsvoorstellen indienen
Het recht van amendement: wetsvoorstellen wijzigen
Het recht van budget: Het recht om de begroting te controleren en deze als wet goed- of af te keuren
§1.1 Een nieuwe grondwet
Slide 17 - Slide
Rechten van het parlement:
Het recht van initiatief: wetsvoorstellen indienen
Het recht van amendement: wetsvoorstellen wijzigen
Het recht van budget: Het recht om de begroting te controleren en deze als wet goed- of af te keuren
Het recht van interpellatie: Het recht een minister te ondervragen over een besluit of uitspraak
§1.1 Een nieuwe grondwet
Slide 18 - Slide
Rechten van het parlement:
Het recht van initiatief: wetsvoorstellen indienen
Het recht van amendement: wetsvoorstellen wijzigen
Het recht van budget: Het recht om de begroting te controleren en deze als wet goed- of af te keuren
Het recht van interpellatie: Het recht een minister te ondervragen over een besluit of uitspraak
Het recht van enquête: Het recht om een zaak tot op de bodem uit te zoeken (een onderzoek instellen)
Slide 19 - Slide
Rechten van het parlement:
Het recht van initiatief: wetsvoorstellen indienen
Het recht van amendement: wetsvoorstellen wijzigen
Het recht van budget: Het recht om de begroting te controleren en deze als wet goed- of af te keuren
Het recht van interpellatie: Het recht een minister te ondervragen over een besluit of uitspraak
Het recht van enquête: Het recht om een zaak tot op de bodem uit te zoeken (een onderzoek instellen)
Alleen de Tweede Kamer
Eerste - en Tweede Kamer
Slide 20 - Slide
Rechten van het parlement:
Het recht van initiatief: wetsvoorstellen indienen
Het recht van amendement: wetsvoorstellen wijzigen
Het recht van budget: Het recht om de begroting te controleren en deze als wet goed- of af te keuren
Het recht van interpellatie: Het recht een minister te ondervragen over een besluit of uitspraak
Het recht van enquête: Het recht om een zaak tot op de bodem uit te zoeken (een onderzoek instellen)
§1.1 Een nieuwe grondwet
Wetgevende bevoegdheid
Wetgevende & controlerende bevoegdheid
Controlerende bevoegdheid
Slide 21 - Slide
Luxemburgse Kwestie 1867
Willem III was ook nog groothertog van Luxemburg. Luxemburg was onderdeel van de Duitse Bond (en dus niet van NL!!)
WIllem III wilde Luxemburg aan Frankrijk verkopen, zodat de Duitse Bond minder sterk zou zijn.
Duitsland hoort dit en wil oorlog. Overleg en een oplossing: Luxemburg werd onafhankelijk.
Slide 22 - Slide
Luxemburgse Kwestie 1867
Het parlement was niet ingelicht door de ministers. Het parlement vertrouwde de regering niet langer en wilde dat zij af zouden treden.
De regering weigerde en werden gesteund door de koning. De koning was onschendbaar. Maar de regering moest wel aftreden omdat het parlement alle financiële plannen af te keuren
Slide 23 - Slide
Het parlement had veel macht gekregen door de grondwet van 1848. Willem III kon dat moeilijk accepteren. Hij was in 1849 zijn vader opgevolgd.
De Luxemburgse kwestie
Slide 24 - Slide
Pas in 1867 werd duidelijk dat de macht echt bij het parlement lag door de Luxemburgse Kwestie:
Willem III groothertog van Luxemburg
Luxemburg hoorde bij de Duitse Bond
Willem III en regering wil Luxemburg verkopen aan Frankrijk
Duitse bond: dit is een reden tot oorlog
Probleem wordt gesust: Luxemburg niet naar Frankrijk, niet naar Duitse bond.
§1.1 Een nieuwe grondwet
Slide 25 - Slide
Pas na afloop kwam het Nederlandse parlement hier achter:
Ze kunnen geen regering controleren als ze informatie achterhouden
Regering zou moeten aftreden, maar weigert. Koning steunt de regering.
Tegen de koning konden ze niks doen: onschendbaar!
Ministers werden tot aftreden gedwongen, financiële plannen werden afgekeurd
Enige oplossing: vertrekken
Het was vanaf nu duidelijk: de macht lag bij het parlement
§1.1 Een nieuwe grondwet
Slide 26 - Slide
1848
1848
1866-1867
Onrust in Europa, revoluties in verschillende Europese steden