Groep 5
1 / 35
Lesson duration is: 120 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
is het gemmal en machiene of en molen?
A
Machine
B
Molen
Slide 5 - Quiz
Wat betekent Germanen?
Slide 6 - Open question
Waar denk je aan bij Romeinen?
Slide 7 - Mind map
De Germanen waren het gewent tegen grote leger vechten.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Is suiker een vloeistof of een vaste vloeistof?
A
Vloei stof
B
Vaste vloei stof
Slide 13 - Quiz
Olijfolie stolt bij 6 graden Celsius. Wat is niet goed?
A
In de keukenkast (16 graden Celsius is olijfolie een vloeistof.
B
In de koelkast (4 graden Celsius) is olijfolie een vaste stof.
C
In de koelkast (4 graden Celsius) is olijfolie een vloeistof.
D
Op een koude plek wordt olijfolie eerder een waste stof dan water.
Slide 14 - Quiz
Waar denk je aan bij adem?
Slide 15 - Mind map
Hadden de Romeinen goede tactieken om de Germanen aan te vallen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
Hoe heet een groep Romeinse soldaten?
Slide 17 - Open question
Hadden de Romeinen betere wapens dan de Germanen?
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quiz
Wat betekent Bataven?
Slide 19 - Open question
Slide 20 - Slide
Wat weet je allemaal al van dit hoofdstuk?
Slide 21 - Open question
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Video
Slide 26 - Link
Wat zijn de hanzen?
Slide 27 - Open question
Wat kon je allemaal niet doen op de jaarmarkt?
niet
Wat kon je allemaal niet doen op de jaarmarkt?
A
Eten en drinken
B
Een huis kopen
C
Kiezen laten trekken
D
Naar optredens kijken
Slide 28 - Quiz
Waar gingen steeds minder mensen wonen?
Waar gingen steeds minder mensen wonen?
A
Het kasteel
B
Het kruispunt
C
Bos
D
Rivier
Slide 29 - Quiz
Wat hoort er op de puntjes:
De Hanzesteden in Nederland lagen aan de rivier de ..........
De Hanzesteden in Nederland lagen aan de rivier de ..........
A
De Maas
B
De IJssel
C
De Rijn
D
Weet ik niet
Slide 30 - Quiz
Noem 4 of meer Hanzesteden op.
Slide 31 - Open question
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Wat wil je doen?
