3.10 2tha1 Signaalwoorden

Signaalwoorden: terugblik
Meest voorkomende signaalwoorden en verbanden
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Signaalwoorden: terugblik
Meest voorkomende signaalwoorden en verbanden

Slide 1 - Slide

Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 2 - Slide

Wat is een signaalwoord?
• Verbindingswoorden
•Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinsdelen, zinnen en alinea’s

Slide 3 - Slide

Tijd
Voordat, nadat, eerst, daarna, wanneer, vroeger.

Slide 4 - Slide

Vergelijkend
Zo, evenals, in vergelijking met, soortgelijk(e)

Slide 5 - Slide

Opsomming
En, ook, ten eerste, ten tweede, vervolgens

Slide 6 - Slide

Oorzaak – gevolg
Door, doordat, waardoor, te danken aan

Slide 7 - Slide

Doel – middel
Om te, daarmee, waarmee, door middel van

Slide 8 - Slide


Voorbeeld/ toelichting
Een voorbeeld ( hier)van, ter illustratie, bijvoorbeeld, zoals

Slide 9 - Slide

Verklaring / argument
Want, omdat, daarom, vanwege, immers,

Slide 10 - Slide

Voorwaarde
Als, wanneer, tenzij, in (voor) het geval dat

Slide 11 - Slide

Samenvatting / conclusie
Samengevat, kortom, dus, al met al, vandaar dat

Slide 12 - Slide

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor een opsomming?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 13 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor reden?
A
ten eerste
B
omdat
C
bijvoorbeeld
D
maar

Slide 14 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor een tegenstelling?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 15 - Quiz

Wat is een signaalwoord
Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die verbanden tussen zinnen leggen
B
Woorden die zelfstandig een betekenis hebben
C
Woorden die iets zeggen over het zelfstandig naamwoord
D
Woorden die extra informatie geven

Slide 16 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor een voorwaarde?
A
En
B
Maar
C
Mits
D
Dus

Slide 17 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor voorbeeld?
A
toch
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 18 - Quiz

Welk signaalwoord is GEEN signaalwoord voor tegenstelling?
A
zoals
B
maar
C
tegenover
D
daarentegen

Slide 19 - Quiz

Welk signaalwoord is GEEN signaalwoord voor 'tijd'?
A
eerst
B
ten slotte
C
daarna
D
denk aan

Slide 20 - Quiz

Zelfstandig werken
TH: Je maakt van $4 Tekstverbanden en signaalwoorden:

opdracht 5, 6 en 7, blz. 25 (theorie van blz. 21)
HA: Je maakt $3 Tekstverbanden en signaalwoorden:
opdracht 6, 7 en 8, blz. 22 (theorie van blz. 18)
A: opdracht 6, 7 en 8



timer
20:00

Slide 21 - Slide

Toets: Meer dan lezen (cursus 1)
TH: $1 t/m $4 (herhaling lj1, stappenplan lezen, onbekende woorden, tekstverbanden en signaalwoorden)
HA: $1 t/m 3 (herhaling lj.1, tekstverbanden en signaalwoorden)
A: $1 t/m 3 (herhaling lj.1, tekstverbanden en signaalwoorden)
Datum: dinsdag 17 oktober 2023

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

Fragment HA boek
Bij vraag 6. en 7.

Slide 24 - Slide

Ken je nu 'signaalwoorden' in een tekst herkennen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 26 - Open question