Begrippen verhaalanalyse H3
1 / 13
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Hoe maak je in dit voorbeeld kennis met het personage?
"Dave kwam aanlopen. Hij droeg zijn leren jas en had zijn blonde haren achterovergekamd. Zijn gezicht stond op onweer, zoals wel vaker de laatste tijd."
"Dave kwam aanlopen. Hij droeg zijn leren jas en had zijn blonde haren achterovergekamd. Zijn gezicht stond op onweer, zoals wel vaker de laatste tijd."
A
Directe kennismaking
B
Indirecte kennismaking
Slide 2 - Quiz
Hoe maak je in dit voorbeeld kennis met het personage?
"'Kom je me helpen met de voorbereidingen voor het feest?' vroeg ik. Esther bleef gewoon staan kijken naar me. Ze draaide zich om en liep zonder een woord te zeggen weg."
"'Kom je me helpen met de voorbereidingen voor het feest?' vroeg ik. Esther bleef gewoon staan kijken naar me. Ze draaide zich om en liep zonder een woord te zeggen weg."
A
Directe kennismaking
B
Indirecte kennismaking
Slide 3 - Quiz
Welke verteller kan commentaar leveren op een situatie?
A
Ik-verteller
B
Hij/zij-verteller
C
Alwetende verteller
Slide 4 - Quiz
Welke verteller kan onbetrouwbaar zijn?
A
Ik-verteller
B
Hij/zij-verteller
C
Alwetende verteller
Slide 5 - Quiz
Wat is de setting van een verhaal?
A
Tijd + ruimte
B
De sfeer in een verhaal
C
Tijd + thema
D
De historische tijd
Slide 6 - Quiz
Wat hieronder is een voorbeeld van een thema?
A
1979
B
35 bladzijden
C
Begraafplaats
D
Verliefdheid
Slide 7 - Quiz
Wat is het thema?
A
Waar het verhaal over gaat
B
Wanneer het verhaal zich afspeelt
C
Waar het verhaal zich afspeelt
D
Dingen die steeds terugkeren in het verhaal
Slide 8 - Quiz
Wat is een motief?
A
Waar het verhaal over gaat
B
Wanneer het verhaal zich afspeelt
C
Waar het verhaal zich afspeelt
D
Dingen die steeds terugkeren in het verhaal
Slide 9 - Quiz
Wat is een leidmotief?
A
Een concreet terugkerend ding
B
Een abstract terugkerend ding
Slide 10 - Quiz
Wat is een verhaalmotief?
A
Een concreet terugkerend ding
B
Een abstract terugkerend ding
Slide 11 - Quiz
Wat zijn voorbeelden van leidmotieven?
A
Iemand krijgt een klap in het gezicht
B
Een zwarte kraai
C
De kleur rood
D
Verdriet
Slide 12 - Quiz
Wat zijn voorbeelden van verhaalmotieven?
A
Een sneeuwpop in het park
B
Een paarse trui
C
Eenzaamheid
D
Een kind wordt gepest
