Paragraaf 1: Selectie

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 4

H12: Evolutie

Paragraaf 1: Selectie

Wat is evolutie?

Wat gaan we doen?

• Begin: Evolutie
• Leerdoelen doornemen
• Uitleg paragraaf 1: Selectie
• Aan het werk

Charles Darwin

• Charles Darwin (1809) voer in 1832 mee op de Beagle
• Op de Galapagoseilanden ontdekte hij verschillende soorten organismen, waaronder verschillende soorten vinken.
• Ook wel de Darwinvinken genoemd. 

Charles Darwin

• De Darwinvinken zijn het begin geweest van de evolutietheorie:
• Het viel Darwin op dat de vinken op elkaar leken, maar toch allemaal anders waren.
• De evolutietheorie legt uit hoe en waardoor soorten veranderen.

Wanneer is er evolutie?

• Er is variatie in fenotypen;
• De variatie is erfelijk (alleen erfelijke eigenschappen worden doorgegeven aan de nakomelingen);
• Er is (natuurlijke) selectie (individuen met bepaalde, gunstige, eigenschappen hebben grotere kans om te overleven en voort te planten).

Hoe ontstaat variatie?

• Door mutaties (plotselinge veranderingen van het genotype);
• Meestal hebben mutaties geen effect.
• Als een mutatie wel effect heeft, krijgt het individu een ander genotype en een ander fenotype. 

Hoe ontstaat variatie?

• Door natuurlijke selectie (het organisme wat het beste is aangepast overleeft, en produceert de meeste nakomelingen).

Soorten

• Twee organismen behoren tot dezelfde soort als ze vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen.
• Nieuwe soorten ontstaan door:
• Variatie (ontstaan door mutatie of natuurlijke selectie)
• Isolatie

1. Nee
2. Ja, van kunstmatige selectie
3. Ja, van natuurlijke selectie

Wanneer behoren 2 organismen tot één soort?

1. Als ze heel erg op elkaar lijken
2. Als ze nakomelingen kunnen krijgen
3. Als ze vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen
4. Als ze dezelfde naam hebben

Aan het werk!

Wat: Paragraaf 12.1

Hoe: Fluisteren met je buur

Tijd: 15 minuten

Hulp: Kijk in je boek/overleg met je buur/steek je vinger op

Klaar: Nakijken en verbeteren

Uitkomst: Paragraaf 12.1 is af