Lezen - Feiten, menigen en argumenten

Feiten, meningen en argumenten
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Feiten, meningen en argumenten

Slide 1 - Slide

Deze les
Leerdoelen bespreken
Uitleg 
Opdrachten maken
Vooruitblik

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Je leert het verschil tussen feiten, meningen en argumenten.
Je leert meningen herkennen en begrijpen.

Slide 3 - Slide

Feit
Je kan dit controleren

Vroomshoop heeft ongeveer 8800 inwoners.
De docent gym houdt van sporten.

Slide 4 - Slide

Mening
Wat iemand vindt.
Je kan het eens of oneens zijn met een mening

Ik hou van sporten.
Ik vind dit een mooi gebouw.

Slide 5 - Slide

Argumenten
Uitleggen waarom je iets vindt.
omdat, want, daarom, namelijk


Ik hou van sporten, omdat ik dan mijn energie kwijt kan.
Ik vind dit gebouw mooi, want het heeft mooie vormen.



Slide 6 - Slide

Hoe herken je ze nu?
  • Kijk of je het kunt controleren. Ja: het is een feit. Nee: het is een mening.
  • Een mening herken je vaak aan: Ik vind, Volgens mij.
  • Een argument herken je aan: want, omdat, daarom en namelijk 

Slide 7 - Slide

Staat hier een feit, mening of argument?

Nederlands is het leukste vak op school.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 8 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik vind 'The Cell' een spannende film.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 9 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Morgen moet ik naar de tandarts.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 10 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Als je te laat bent, dan moet je je melden.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 11 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik vind het raar om docenten aan te spreken met u.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 12 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Jesse Klaver moet de nieuwe minister president worden.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 13 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Omdat hij goede standpunten heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 14 - Quiz

Aan de slag
Nieuw Nederlands online
H4 Lezen
Feiten, meningen en argumenten

Slide 15 - Slide

Feit

Mening

Slide 16 - Slide

Volgende les
Herhaling feiten, meningen en argumenten.

Opdrachten af maken. 

Slide 17 - Slide