Betoog

Python intro
Programming basics-II
Les 3 / Week 7a
Schrijven betoog
Nederlands
Les  / Week 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Python intro
Programming basics-II
Les 3 / Week 7a
Schrijven betoog
Nederlands
Les  / Week 

Slide 1 - Slide

Betoog - Aandachtspunten
Reactie schrijven op een artikel.
  • Je baseert jouw betoog op een bestaande bron. Je mag nu dus niet alle informatie zelf verzinnen.
  • Je schrijft wél jouw eigen mening/standpunt. Baseer deze op de informatie uit de bron.
  • Geef redenen en argumenten. 

Slide 2 - Slide

Betoog - Opbouw
  • Begin met een introductie: Herhaal bijvoorbeeld een deel uit het artikel waar jij op gaat reageren.
  • Geef aan waarom je schrijft: Waarom wil jij op dit artikel reageren.
  • Beschrijf waarom de handel in stikstofruimte is ontstaan (2 redenen): Deze informatie haal je uit het artikel.  

Slide 3 - Slide

Betoog - Opbouw (vervolg)
  • Jouw mening over het artikel (2 argumenten): Je vormt jouw mening op basis van de bron.
  • Tegenargument + weerleggen: Ga zelf tegen jouw eigen standpunt/mening in. Weerleg het tegenargument. Bijvoorbeeld: Nu zullen mensen wel beweren dat …. , maar dan hebben ze waarschijnlijk nog niet gedacht aan ….   

Slide 4 - Slide

Betoog - Opbouw (vervolg)
  • Leg uit wat je vind van: Hier baseer jij je weer op de informatie uit het artikel, wat vind jij hiervan?
  • Wat is volgens jou het effect: Dit bedenk je zelf, op basis van de informatie uit het artikel.
  • Sluit af met een passende conclusie: Dit is het slot van je betoog. Je zorgt voor een sterke uitsmijter. Eventueel herhaal je je standpunt. De slotalinea moet ervoor zorgen dat de boodschap blijft hangen. 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Slide 7 - Link

Onderwerp + hoofdgedachte artikel

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Link

Standpunten

Slide 10 - Mind map

Kern
  • Per alinea behandel je 1 argument voor je standpunt/ 1 punt uit de opdracht. 
    - Gebruik signaalwoorden om de alinea's te verbinden (ten eerste, bovendien, tot slot). 
    - Bedenk je argumenten/ uitwerking van de punten uit de opdracht vooraf, zo spring je niet van de hak op de tak.  
    - Maak gebruik van de bron, verwijs ernaar of citeer (gebruik stukken van de tekst uit de bron). 
    - Gebruik voorbeelden waar mogelijk. 
  • Geef tegenargumenten tegen jouw standpunt & weerleg dit. 
    - Je bedenkt je dan waarom iemand het juist niet eens zou zijn met jouw standpunt.
    - Door dit tegenargument te weerleggen (ontkrachten), maak je jouw eigen betoog alleen maar sterker. 

Slide 11 - Slide

Kern voorbeeld tegenwerping
Standpunt = Gebruik van lachgas door jongeren zou verboden moeten worden door de overheid.

Men zou tegen mijn standpunt in kunnen brengen dat verbieden door de overheid betutteling is en dat jongeren hun eigen verantwoordelijkheid moeten kunnen nemen.
Hoewel sommige jongeren inderdaad in staat zijn hun eigen verantwoordelijkheid te nemen, geldt dit blijkbaar niet voor iedereen en aangezien de gevolgen zo gevaarlijk zijn, moeten we deze betutteling voor lief nemen. Veiligheid gaat boven alles.

Slide 12 - Slide

Tegenargument & weerleggen: Noem 1 argument tegen jouw standpunt & weerleg dit argument.

Slide 13 - Open question

Slot
  • Noem nogmaals kort je argumenten
  • Herhaal je standpunt
  • Noem geen nieuwe informatie in het slot
  • Sluit af met een conclusie en eventueel een uitsmijter 

Slide 14 - Slide

Slot voorbeeld uitsmijter
Een uitsmijter is een krachtige slotzin van je tekst, bijvoorbeeld: Met lachgas vergaat je het lachen!

Slide 15 - Slide

Het slot van jouw betoog, een krachtige uitsmijter of conclusie:

Slide 16 - Open question

Schrijfopdracht betoog
Je schrijft een betoog naar aanleiding van een nieuwsartikel.


Lees de opdracht in de bijlagen in It's Learning goed door. Houd je strikt aan de opdracht. Baseer je betoog op wat je leest in het nieuwsartikel, je mag dus geen informatie zelf verzinnen. Hierop wordt je tijdens je schrijfexamen ook beoordeeld. 

Slide 17 - Slide

Rollen in de groep
- Tijdbewaker (je hebt 15 minuten de tijd)
- Schrijver (je schrijft/typt wat de groep als definitieve zinnen bepaalt).
- Gespreksleider (je zorgt dat iedereen inbreng heeft en dat je het als groep eens wordt over wat je opschrijft).
- Ideeënmachines (je zorgt voor ideeën om als groep tot definitieve zinnen te komen). 

Slide 18 - Slide

Wie schrijft wat?
Groep 1: Begin met een introductie. Geef aan waarom je schrijft. Beschrijf waarom het LAKS de taalgids heeft geschreven. Geef daarbij 1 argument. 
Groep 2: Beschrijf waarom het LAKS de taalgids heeft geschreven. Geef daarbij 1 argument. 
Geef jouw mening over de taalgids van het LAKS. Onderbouw je mening met minimaal 2 argumenten. 
Groep 3: Noem minimaal 1 argument tegen jouw standpunt en weerleg dit tegenargument ook weer. Leg uit wat je ervan vindt dat er ophef is ontstaan over de taalgids van het LAKS. 
Groep 4: Leg uit wat volgens jou het effect is van de ophef die is ontstaan. Sluit af met een passende conclusie. 
 

Slide 19 - Slide

Inleveren onderdeel betoog:

Slide 20 - Open question