Taalverzorging - Hoofdletters en Leestekens - hst 8, 9
Planning periode 2
Slide 4 - Slide
Startvraag
Welk stijlfiguur wordt hier gebruikt? Leg uit.
Roeien is een sport waarbij je, als je hard traint, snel achteruit gaat.
Hard trainen = vooruitgaan.
Roeien = letterlijk achteruit bewegen
Paradox
timer
1:30
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Open je laptop
Werkwoordspelling
Slide 7 - Slide
Hoe schrijf je de persoonsvorm goed? Waar let je op?
Slide 8 - Open question
Hoe schrijf je de persoonsvorm goed?
Lisa schrijft haar toetsen met een potlood.
1. tegenwoordige of verleden tijd? >
2. Onderwerp van de zin?
3. Getal onderwerp
tegenwoordige tijd
Lisa
Lisa = 3e p enkelvoud
Slide 9 - Slide
Schrijf het juiste werkwoord: Claudia (geven) de juiste toetsen door.
Slide 10 - Open question
Claudia (geven) de juiste toetsen door.
1. tegenwoordige of verleden tijd? >
2. Onderwerp van de zin?
3. Getal onderwerp
tegenwoordige tijd enkelvoud > geven = geeft
tegenwoordige tijd
Claudia
Claudia = 3e p enkelvoud
Slide 11 - Slide
Schrijf het juiste werkwoord: De leerling (krijgen) een onvoldoende terug.
Slide 12 - Open question
Schrijf het juiste werkwoord: (nemen) jij nog een dropje?
Slide 13 - Open question
Schrijf het juiste werkwoord: (verven) ik mijn haar paars?
Slide 14 - Open question
Schrijf het juiste werkwoord: Welk cijfer (hebben) jij gekregen?
Slide 15 - Open question
Schrijf het juiste werkwoord: Vroeger (snoepen) ik heel veel.
Slide 16 - Open question
Persoonsvorm verleden tijd
Slide 17 - Slide
Persoonsvorm verleden tijd
Slide 18 - Slide
persoonsvorm verleden tijd
Slide 19 - Slide
Persoonsvorm verleden tijd
soft ketchup
Slide 20 - Slide
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Persoonsvorm verleden tijd zwak
Persoonsvorm verleden tijd sterk
Maarten van der Weijden zwom met moeite de Elfstedentocht.
Vannacht pleegde een tiener een overval op de Spar.
Ik moet moeite doen om op te letten.
Slide 21 - Drag question
De persoonsvorm verleden tijd (enkelvoud) van wachten is:
A
wachte
B
wachtte
C
wachten
D
wachtten
Slide 22 - Quiz
Wat is de juiste persoonsvorm verleden tijd?
Ik ______________ (pakken)
A
pakde
B
pakte
Slide 23 - Quiz
Wat is de juiste persoonsvorm verleden tijd?
Zij ______________ (rusten)
A
ruste
B
rustte
Slide 24 - Quiz
Persoonsvorm verleden tijd
A
Vorig jaar verhuisden we naar de Reeshof.
B
Vorig jaar verhuisten we naar de Reeshof.
Slide 25 - Quiz
Stop je laptop in je tas. Je hebt 'm niet meer nodig.
Slide 26 - Slide
Huiswerk bespreken
Oefenboek pg 93, opdracht 1
Oefenboek pg 142, opdracht 5a-b
Slide 27 - Slide
Opdracht 1 (pg 93)
a De belangrijkste boodschap van Peter Pannekoek is dat de ochtend een verschrikkelijk dagdeel is.
b Drie van de volgende woorden: wekkers, opstarten, regen, ochtendhumeur, martelwerktuig, miserabele tijdspanne tussen 06.00 en 12.00 uur.
c Het verhaal is waarschijnlijk niet echt gebeurd, maar Peter Pannekoek gebruikt het om zijn boodschap te illustreren en te overdrijven, wat een grappig effect heeft.
d Eigen antwoord.
Slide 28 - Slide
opdracht 5a-b
a De komma is een van de bekendste leestekens, maar wanneer, door wie en waarom werd de komma geïntroduceerd?
b Aristophanes van Byzantium (ca. 257-180 voor Christus) wordt gezien als de grondlegger van de interpunctie.
Slide 29 - Slide
Literaire begrippen ( Hst 2D)
Ruimte
Zo trailer van een film kijken.
Luister en kijk
Bedenk wat er gebeurt met de ruimte.
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Video
Wat zorgt voor spanning?
timer
1:30
Slide 32 - Slide
Leuk huis/hotel?
Slide 33 - Slide
Leuk kasteel?
Slide 34 - Slide
Leuk kasteel?
Slide 35 - Slide
Ruimte bij:
Hoe draagt de ruimte bij aan de beleving van het verhaal?