This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
WELCOME
Slide 1 - Slide
Marit+Mare SO inhalen
-- printen
-- word search printen
Slide 2 - Slide
Today's lesson
Reading
Repeat grammar unit 1
Practise for test
Slide 3 - Slide
Read in silence for 10 min
Slide 4 - Slide
Test unit 1 (3x)
- alle woorden uit de studybox p. 43-49
- grammar: who/whose/whom/which/that p. 50
- comparisons p. 51
- present perfect/present perfect continuous p. 44
- past simple/past continuous/present perfect/present perfect continuous p. 48
- expressions p. 46
- irregular verbs p.285
Slide 5 - Slide
Inhoud toets
Irregular verbs invullen in zin (dus of verleden tijd of volt. tijd)
Vocabulary opdrachten (vertalen naar NLs, invullen in ENG, vertalen naar ENG en invullen in zin
Opdr who/whom/which etc
Opdr comparisons
Opdr present perfect vs pr. perf. continuous
Slide 6 - Slide
6. Opdr past simple/past cont./present perf/prsent perf cont.
7. Opdr expressions (NL -> ENG)
8. Korte opdr ontkennend maken
9. Korte opdr vragend maken
10. 'Vrij' schrijven opdr
Slide 7 - Slide
Grammar unit 1
who/whose/which/that - page 50
comparisons - page 51
Slide 8 - Slide
Who/whose/whom/which/that
Terugverwijzen naar personen > who
Terugverwijzen naar dieren/dingen > which
Soms kun je who/which vervangen door that. Dat mag als je het deel vd zin dat begint met who/which niet kunt weglaten zonder dat de rest onduidelijk wordt. Er staat dan geen komma.
This is the cat which I got for my birthday
Slide 9 - Slide
Helemaal weglaten kan als:
- een ander woord is onderwerp van de bijzin
- je de bijzin nodig hebt omdat het anders onduidelijk is (er staat dus geen komma voor de bijzin)
This is the cat which I got for my birthday
This is the cat that I got for my birthday
This is the cat I got for my birthday
Slide 10 - Slide
Whose -> verwijzen naar personen/dieren/dingen, van wie iets is
He is the man whose guitar was stolen
Is that the dog whose owner plays the drums?
Slide 11 - Slide
Whom -> verwijzen naar personen, direct na voorzetsel
The woman to whom John is talking to is a producer
The person for whom he wrote that song is unknown.
Let op! Soms staat dit voorzetsel op een andere plek in de zin (zie blz 51)